Rechter bevestigt oordeel Ctgb

Vrijdag 18 december deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak in twee voorlopige voorzieningsprocedures (bestuursrechtelijk kort geding), aangespannen door de Bijenstichting en toelatinghouder Adama.

De Bijenstichting vroeg de rechter om de toelating van vijf gewasbeschermingsmiddelen en één biocide op basis van imidacloprid te schorsen, Adama vroeg de rechter om het Ctgb-besluit van 25 november 2015 te schorsen dat de toelating van PotatoPrid – ook op basis van imidacloprid – herroept. Ctgb-directeur Van Duijn over de uitspraken: “Zowel de toelating als de herroeping blijven overeind. De rechter bevestigt hiermee wat ons betreft het zorgvuldig en onafhankelijk oordeel door het Ctgb.”

Ctgb voldoende zorgvuldig

De Bijenstichting verzoekt in de  procedure om de toelating van zes middelen  – waarvan vijf op basis van imidacloprid – in te trekken. Ze voerde daarbij aan dat het Ctgb het toelatingsbesluit niet zorgvuldig had genomen. De rechter is van oordeel dat het Ctgb de risico’s van de betreffende middelen voor bijen en hommels voldoende heeft meegewogen en oordeelt dat de stichting haar schorsingsverzoek niet voldoende onderbouwt. Het College van Beroep laat het eerdere besluit van het Ctgb in stand. 

PotatoPrid blijft geschorst

Wat betreft het verzoek van toelatinghouder Adama volgt de rechter in het voorlopig oordeel het Ctgb ook volledig. Het Ctgb heeft voldoende reden om op basis van recent Deens onderzoek aan te nemen dat aardappelplanten aantrekkelijk zijn voor bijen. Daardoor ontstaat het risico dat bijen worden blootgesteld aan imidacloprid. Dit feit heeft het Ctgb meegenomen bij het besluit om de toelating van het middel PotatoPrid met ingang van 1 januari 2016 te herroepen.