Uitwerking gebruik van biociden in de landbouw

Sinds de Europese Commissie heeft aangegeven desinfectiemiddelen om gewassen te beschermen te beschouwen als gewasbeschermingsmiddelen, heeft het Ctgb het beleid voor het toelaten van biociden die hiervoor gebruikt kunnen worden nader uitgewerkt. Daarbij sluit het volledig aan bij Europese afspraken en guidelines. Bestaande toelatingen worden niet opengebroken, maar het beleid geldt wel voor nieuwe toelatingen en bij de herregistratie van de bestaande toelatingen onder de Biocideverordening.

Nieuwe biociden en bestaande biociden na herregistratie, mogen binnen de landbouw slechts gebruikt worden als ze toegelaten zijn voor algemene hygiëne. Een biocide dat specifiek gericht is op de bescherming van planten of plantaardige producten is dus niet meer mogelijk. Voor zo’n toepassing is een toelating als gewasbeschermingsmiddel nodig.

Bijvoorbeeld, een middel voor:

  • de algemene desinfectie van tafels, messen, scharen of apparatuur is een biocide.
  • de algemene desinfectie van lege ruimten is een biocide.
  • de algemene desinfectie van lege kassen is geen biocide omdat kassen bestemd zijn om gewassen te kweken.

Voor de praktische uitwerking is de onderstaande tabel opgesteld. Omdat het beleid vooral voor desinfectie van belang is, is de tabel gericht op de toepassing van desinfectiemiddelen.

Desinfectantia

Gewasbeschermingsmiddel*

Biocide*

Organisme

tegen specifieke plantpathogenen

algemene hygiëne

Doel

bescherming van planten of plantaardige producten

van te voren is niet duidelijk of het gaat om de bescherming van planten of van mensen, dieren of zaken

Gebruik binnen de landbouw

als minstens aan één van de bovenstaande voorwaarden (organisme of doel) wordt voldaan

als aan beide bovenstaande voorwaarden (organisme én doel) wordt voldaan

* Indien een product een zodanige claim heeft dat het een gewasbeschermingsmiddel betreft dan is het geen biocide (art 2 lid 2i BPR).

De mate waarin biociden daadwerkelijk nog binnen de landbouw gebruikt mogen blijven worden, is afhankelijk van de afstemming tussen toelatinghouders en het Ctgb. Daarbij zal gebruik gemaakt worden van bovenstaande tabel.

Zie hier voor de beleidsnotitie. In bijlage 3 van de notitie zijn voor de betreffende werkzame stoffen voorbeeldvoorschriften gegeven, zoals die in het verleden zijn vastgesteld door het Ctgb. Per voorschrift is, uitgaande van bovenstaande tabel aangegeven of het voorschrift een biocideclaim of een gewasbeschermingsclaim betreft en of een dergelijke claim in de toekomst nog mogelijk is binnen een biocidetoelating.