Twaalfde update van CLP-verordening

Doorlopend wordt getoetst of de classificatie (indeling) van stoffen nog voldoet aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Aanpassingen worden regelmatig gepubliceerd in een zogenoemde ATP (adaption to technical and scientific progress) van de CLP-verordening (classificatie, labeling and packaging). De 12e ATP van 27 maart 2019 bevat enkele wijzigingen in de indeling en bijbehorende datavereisten voor stoffen en mengsels. Het kan zijn dat producenten hierdoor het etiket moeten veranderen of dat dit consequenties heeft voor hun toelating. Producenten moeten hier zelf op letten.

De 12e ATP (verordening (EU) 2019/521) implementeert de 6de en 7de wijziging van het mondiaal geharmoniseerde systeem van de Verenigde Naties (GHS) in de CLP-verordening. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • De zin over in droge toestand ontplofbare stoffen (EUH001) wordt vervangen door een eigen gevarencategorie: ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen. Voor ongevoelig gemaakte stoffen zijn 3 gevarenaanduidingen toegevoegd van toegenomen ontploffingsgevaar als de ongevoeligheidsagens wordt verminderd: gevaar voor brand (H208), met daarbij gevaar voor scherfwerking (H207) en daarbij ook luchtdrukwerking (H206).
  • Er is een nieuwe categorie voor pyrofore gassen binnen de ontvlambare gassen: gassen die spontaan kunnen ontbranden bij blootstelling aan lucht (H232).
  • De algemene ondergrenzen (Tabel 1.1) zijn uitgebreid met een grenswaarde voor stoffen die de luchtwegen kunnen irriteren of slaperigheid en duizeligheid kunnen veroorzaken (STOT SE 3: H335, H336) en voor gevaar als de stof in de longen terechtkomt bij inslikken (Asp. Tox.1: H304).

De inleiding van de lijst van voorzorgsmaatregelen (bijlage IV) is aangepast. Verder zijn de bijlages aangepast vanwege de nieuwe gevarencategorieën, en zijn de definities van een aantal eindpunten voor humane toxicologie aangepast ter verduidelijking.

Wijzigingsaanvraag

Deze wijzigingen kunnen gevolgen hebben voor de indeling en datavereisten voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Als de classificatie van een stof verandert, zijn producenten van een middel op basis van zo’n stof verplicht te bepalen of dat gevolgen heeft voor hun middel. Zij zijn hiervoor zelf verantwoordelijk en moeten zelf actie ondernemen. Het kan zijn dat zij het etiket moeten veranderen of dat dit consequenties heeft voor de toelating. Voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden gaat dat via een administratieve wijzigingsaanvraag van het etiket bij het Ctgb of via R4BP, het biocidenregister van ECHA (de European Chemicals Agency). Indien dit gevolgen heeft voor de indeling van een toegelaten product, dan is het noodzakelijk om de toelating te wijzigen vóór de datum dat de 12de ATP van toepassing is (17 oktober 2020).