Principebesluiten middelen met glyfosaat

Het Ctgb werkt aan de herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat. Daarbij toetst het Ctgb of het gebruik van toegelaten glyfosaathoudende middelen nog steeds veilig is voor mens, dier en milieu en of de toelating voldoet aan de Europese goedkeuringsvoorwaarden voor glyfosaat. Het College heeft, vooruitlopend op besluitvorming over de herbeoordeling van individuele middelen, twee principebesluiten genomen die gelden als uitgangspunt voor de beoordeling van glyfosaathoudende middelen. Het zijn besluiten over vooroogsttoepassingen en beperkingen ter voorkoming van normoverschrijdingen in oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater.

Vooroogsttoepassingen van glyfosaat

Op grond van EU-uitvoeringsverordening 2017/2324 (verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat) zijn alleen herbicidetoepassingen van glyfosaat toelaatbaar.

Op basis van advies van de NVWA concludeert het Ctgb dat een aantal volveldstoepassingen kort voor de oogst wordt ingezet voor een versnelde uniforme afrijping van het gewas en daarmee niet als een herbicidetoepassing. Bij een goede teeltpraktijk is het namelijk niet meer nodig om onkruiden kort voor de oogst volvelds te bestrijden. Voor de beoordelingen waar het Ctgb momenteel aan werkt gaat het om volveldstoepassingen vlak voor de oogst in gewassen van:

  • granen (tarwe, gerst, rogge, haver, triticale en spelt, wintertarwe, wintergerst, zomertarwe, zomergerst);
  • droog te oogsten erwten en bonen;
  • peulvruchten;
  • lijnzaad, koolzaad en mosterd.

Deze toepassingen zijn in strijd met de EU-uitvoeringsverordening en het College acht dit type toepassingen dan ook niet meer toelaatbaar. Pleksgewijze toepassing (maximaal 10% van het perceel) kort voor de oogst is op grond van de teeltpraktijk wel te verdedigen als lokale onkruidbestrijding (herbicidetoepassing) en vanuit dat oogpunt zijn er dus geen bezwaren tegen een toelating, mits uit de herbeoordeling blijkt dat een dergelijke toepassing veilig is voor mens, dier en milieu.

Het Ctgb zal bij de beoordeling van de aanvragen toetsen of volveldstoepassingen kort voor de oogst in de hierboven gespecificeerde gewassen zijn aangevraagd en NVWA zal om aanvullend advies worden verzocht indien volveldstoepassingen kort voor de oogst in andere dan de bovengenoemde gewassen wordt aangevraagd. Als de conclusie is dat het gaat om toepassingen om een versnelde uniforme afrijping van het gewas te stimuleren zal het College het bovengenoemd principebesluit toepassen, en deze toepassingen afwijzen.

Glyfosaat in oppervlaktewater dat bestemd is voor de bereiding van drinkwater

Een onderdeel van de herbeoordeling is de toetsing aan de drinkwaternorm. Uit monitoringsdata over reeksen van jaren is gebleken dat de kwaliteit van het oppervlaktewater in de stroomgebieden van de Rijn en Drentsche Aa voor wat betreft glyfosaat voldoet aan de drinkwaternorm, maar dat in het stroomgebied van de Maas op diverse meetpunten in de nabijheid van drinkwaterinnamepunten concentraties glyfosaat gevonden worden boven de drinkwaternorm. De norm wordt al bij binnenkomst van de Maas in Nederland overschreden, maar het Nederlands gebruik draagt eveneens bij aan de normoverschrijdingen verderop in het stroomgebied. Het is dus een gedeeld Belgisch en Nederlands probleem. De mate van overschrijding neemt stroomafwaarts af en sinds enkele jaren is wel een licht dalende trend zichtbaar. De toetsconcentratie blijft vooralsnog echter boven de drinkwaternorm. Dat vraagt om maatregelen in Nederland en overleg met Belgiƫ over de in Belgiƫ ingezette en voorgenomen maatregelen.

Het Ctgb analyseert deze voortdurende normoverschrijdingen op enkele innamepunten op basis van gegevens van aanvragers, overige publiekelijk beschikbare informatie en overige monitoringsgegevens. De uitgevoerde analyses hebben aangetoond dat in Nederland het gebruik op gesloten en half-open verhardingen de grootste bijdrage levert aan de geconstateerde overschrijdingen.

Het College verleent op grond van artikel 2.5.1.3 van deel I, sectie C van Verordening (EU) 546/2011 van de Commissie betreffende de Uniforme Beginselen voor de evaluatie en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen, geen toelating als na toepassing van een gewasbeschermingsmiddel conform de gebruiksvoorschriften normoverschrijdingen verwacht kunnen worden in oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater.

Het College zal daarom een gebiedsbeperkende maatregel gaan stellen voor het Maasstroomgebied. Door de toepassing op alle gesloten en half-open verhardingen in het stroomgebied van de Maas niet toe te laten zal de bijdrage van het Nederlands gebruik aan de normoverschrijdingen van glyfosaat verminderen waardoor deze naar verwachting verder zullen dalen. Bij de emissie naar het oppervlaktewater kan geen onderscheid gemaakt worden tussen professioneel en niet-professioneel gebruik en tussen gebruik binnen of buiten de landbouw. Daarom zullen de toepassingen op gesloten en half-open verhardingen in het Maasstroomgebied noch voor professionele noch voor particuliere gebruikers, noch binnen, noch buiten de landbouw worden toegelaten.

Tot slot

Het Ctgb past deze twee principebesluiten toe bij de herbeoordeling van bestaande glyfosaathoudende middelen en bij nieuwe toelatingsaanvragen op basis van deze werkzame stof. Het College verwacht de eerste herbeoordelingsbesluiten eind dit jaar te kunnen nemen.
Het Ctgb zal in overleg treden met de Belgische toelatingsautoriteit om de maatregelen ter vermindering van de problematiek van normoverschrijdingen in de Maas aan beide zijden van de grens op elkaar af te stemmen.
Het Ctgb geeft de staatssecretaris van I&W in overweging om in overleg met de Belgische overheid in te zetten op een gezamenlijke aanpak ter vermindering van emissies van glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater van de Maas.

Deze informatie is per brief gestuurd aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit LNV en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.