Meer complexe biocideaanvragen verlengen de beoordelingstijd

Eind oktober publiceerde het Directoraat voor gezondheidszorg en voedselveiligheid van de Europese Commissie (DG Santé) een rapport over de invoering van de Europese Biocideverordening in Nederland. Het rapport gaat in op de beoordeling en toelating van biociden in Nederland.

De commissie schrijft inleidend dat er in ons land al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een goed systeem is voor de toelating ván en controle óp biociden. Dit biedt de biocidesector een goede basis. Daarnaast constateert de commissie dat er sinds 2017 een achterstand in de beoordeling van biociden is ontstaan bij het Ctgb. Het rapport geeft daarover geen oordeel, maar verwijst wel naar de argumentatie door het Ctgb. Het Ctgb herkent de conclusies. De Europese Bicodeverordening, van kracht geworden in september 2013, vraagt voor afstemming tussen de verschillende landen aanzienlijk meer tijd dan verwacht. Alle aanvragen onder de Verordening moeten een Europese procedure doorlopen. Steeds vaker ontstaan daar discussies over beoordelingsvragen, ook omdat biocidebeoordeling nieuw is voor sommige lidstaten. Daarnaast kent de Verordening de mogelijkheid om verschillende biocidemiddelen onder te brengen in één ‘biocidefamilie’ die dan in zijn geheel wordt beoordeeld. Voor producenten is het om verschillende redenen aantrekkelijk om gebruik te maken van die familie-optie. Het Ctgb ontving al een biocidefamilie met 160 verschillende toepassingen. Door de omvang van de families kan de benodigde tijd voor de beoordeling meer dan verdubbelen. Nederland is niet het enige land dat deze problemen met de nieuwe Verordening constateert.

Het Ctgb heeft conform de eigen (meerjaren)planning aanvragen voor middelen en families aangenomen. Echter de benodigde uren liggen behoorlijk hoger dan verwacht, waardoor achterstanden zijn ontstaan. Om aan deze uitdaging tegemoet te komen heeft het Ctgb inmiddels ervaren medewerkers elders uit de organisatie ingezet voor het beoordelen van biociden. Ook zijn er nieuwe medewerkers aangetrokken, maar die moeten worden ingewerkt en zijn niet direct productief. Met deze maatregelen zal het Ctgb de achterstand eind 2021 hebben weggewerkt. Tegelijkertijd heeft het Ctgb (samen met andere lidstaten) de EU gevraagd om met aangepaste regelgeving het vormen van te grote biocidefamilies tegen te gaan. Zo’n combinatie van maatregelen moet voor bedrijfsleven en Ctgb een praktische aanpak opleveren.