Hoe kan ik te weten komen waarom een bestrijdingsmiddel is toegelaten?

De belangrijkste informatie over toelatingen is openbaar. Dossiers moeten op een vaste manier worden opgebouwd op basis van uitgebreide, openbare voorschriften:

  1. Het Ctgb hanteert bij de beoordeling van toelatingen gedetailleerde Europese voorschriften. In deze voorschriften is vastgelegd welke informatie moet worden aangeleverd door de aanvrager, in veel gevallen welke proefopzet gehanteerd moet worden bij studies om risico’s van een middel te bepalen en welke normen in Europa worden gehanteerd om te bepalen of risico’s aanvaardbaar zijn of niet.
    Deze richtsnoeren (of guidances) zijn openbaar.
  2. Het Ctgb zelf maakt gebruik van een zogenoemde 'Evaluation manual'. Deze is online beschikbaar voor belangstellenden: zie Evaluation manual Gewasbescherming en Evaluation manual biociden). Hierin staat specifiek voor de Nederlandse situatie beschreven welke eisen worden gesteld en hoe wordt beoordeeld.
  3. Studies die door de aanvrager worden ingediend moeten voldoen aan de eisen van “Good laboratory practices” (GLP) en “Good experimental practices” (GEP). Daarbij gelden vaste eisen voor proefopzet, interne controles, vastlegging van de resultaten etc.
    De laboratoria waar deze studies worden uitgevoerd staan onder controle van de (Nederlandse) overheid. Het Ctgb kan, indien getwijfeld wordt aan de uitkomst van een studie, onderzoek laten uitvoeren bij het instituut dat dit onderzoek heeft uitgevoerd. Dit gebeurt enkele keren per jaar.
  4. In gevallen waarin het dossier onvoldoende gegevens bevat om tot een oordeel te komen, kan de aanvraag worden afgewezen of kunnen aanvullende vragen worden gesteld. Het Ctgb beoordelingsrapport waarin al deze  beoordelingsstappen zijn beschreven en waarin wordt uiteengezet welke keuzes bij de beoordeling zijn gemaakt, is openbaar: Per toegelaten middelen zijn deze in te zien via de Toelatingen databank.

Niet openbaar zijn de ingediende dossiers zelf, hoewel een aanzienlijk deel daarvan mogelijk openbaar gemaakt gaat worden, afhankelijk van de uitkomst van de lopende juridische procedure. De Ctgb beoordelaars hebben uiteraard de beschikking over het volledige dossier, aangevuld met kennis uit eerdere beoordelingen, kennis die wordt opgedaan in internationale expert workshops en, sinds 2012 ook kennis van de beoordelingsrapporten van andere lidstaten die voor commentaar worden rondgezonden.

Bij de beoordeling wordt binnen het Ctgb voor ieder onderdeel van de beoordeling een zogenoemde collegiale toets uitgevoerd, waarbij een collega beoordelaar het stuk toetst. De beoordelingen die door het secretariaat van het Ctgb (het organisatieonderdeel waar de wetenschappelijke beoordeling wordt uitgevoerd), worden voorgelegd aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het college neemt uiteindelijk het besluit.
Dit betekent dat internationaal beoordelingen routinematig worden getoetst en dat binnen het Ctgb zélf ook nog twee keer wordt getoetst.