Ctgb accordeert eerste vereenvoudigde biocidetoelating geldig in de EU

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) stemde in de vergadering van 23 mei in met de eerste Nederlandse ‘Vereenvoudigde toelating’ voor een biocidefamilie. Met zo’n vereenvoudigde toelating van het Nederlandse Ctgb mag een toelatinghouder zijn product in de hele Europese Unie op de markt brengen. De vereenvoudigde toelating is mogelijk voor middelen op basis van stoffen die als ‘low risk’ zijn erkend. De werkzame stoffen in de nu toegelaten middelen – lavendelolie, pepermuntolie en citronellal – zijn low risk. Het gaat hier om korrels die worden verwerkt in kunststoffen zoals elektriciteitskabels. De kabels zijn zo beschermd tegen vraat door ratten of termieten.

Vereenvoudigde procedure

In 2013 trad de Europese biocideverordening in werking. Middelen die zijn beoordeeld op basis van de vereenvoudigde procedure voor low risk-stof kunnen na toelating in één Europese lidstaat in de hele EU op de markt komen. Dan volstaat in principe een melding door de producent bij de nationale toelatingsautoriteit. Is die toelatingsautoriteit het niet eens met de beoordeling, dan moet die binnen dertig dagen na de melding bezwaar maken en kan die het gebruik van het middel in het eigen land tijdelijk beperken of verbieden.