Kennisgeving van een proef met een biocide
Wilt u een proef uitvoeren met een nog niet toegelaten biocide of een niet toegelaten toepassing dan dient het Ctgb hierover in kennis te worden gesteld indien bij deze proef het middel in het milieu terecht kan komen. Leidt de proef niet tot vrijkomen van het middel in het milieu dan is dit niet vereist. In kennisstelling dient te gebeuren door de gegevens van de proef vast te leggen in R4BP.
Wanneer dient het uitvoeren van een proef gemeld te worden?
Een proef dient gemeld te worden wanneer iemand een proef wil uitvoeren met een nog niet toegelaten biociden of een nog niet toegelaten toepassing van een biocide.
Hoe en waar dient een proef gemeld te worden?
Proeven dienen gemeld te worden met het formulier “Melding proeven’’ in de lidstaat waar de proef wordt uitgevoerd. De melding dient gedaan te worden in R4BP, dit is het centrale punt in de EU waar biociden aanvragen worden gedaan. In R4BP dient het ingevulde formulier 'Melding proeven' te worden geüpload, zodat de juiste gegevens beschikbaar zijn.
Wie beoordeelt de meldingen?
De meldingen worden beoordeeld door de toelatingsautoriteit in de lidstaat waar de proef wordt uitgevoerd. Melding van proeven die in Nederland worden uitgevoerd worden beoordeeld door het Ctgb.
Mag de proef direct na het doen van de melding gestart worden?
Nee, de toelatingsautoriteit heeft 45 dagen om de proef te beoordelen.
Waar kan ik inzien of er een melding voor een proef is gedaan?
In de Staatscourant worden alle meldingen die voor proeven gedaan worden gepubliceerd , onder vermelding van de naam van het middel waarmee de proef wordt uitgevoerd en de naam van de aanvrager.
Waar kan in meer informatie vinden over dit onderwerp?
In de Registration manual (alleen Engelstalig) kunt u meer lezen over dit onderwerp. De informatie in de Registration Manual is bedoeld voor iedereen die een melding van een proef wil doen.