Gewasbeschermingsmiddelen: inspiratie uit de natuur

Voor het maken van gewasbeschermingsmiddelen wordt soms gebruik gemaakt van processen die we goed kennen uit chemie of biologie. Twee voorbeelden hiervan zien we terug in de besluiten van de Ctgb-collegevergadering van 28 april. Een middel op basis van ethyleen mag worden gebruikt voor het afrijpen van verschillende vruchten. Een middel op basis van de stof benzoëzuur is voor een volgende periode van 15 jaar toegelaten als gewasbeschermingsmiddel voor het bestrijden van bacteriën, virussen en schimmels.

Benzoëzuur

Benzoëzuur komt in de natuur in grote hoeveelheden voor en het gebruik heeft zijn oorsprong in een hars met antimicrobiële werking.  Het doodt bacteriën, schimmels en virussen. Hoewel de stof al in de oudheid veel werd gebruikt, wil dat niet zeggen dat deze per definitie veilig is. Daarom moet ieder middel, hoe logisch de werking ook lijkt, worden getoetst op veiligheid voor mens, dier en milieu. Het middel met benzoëzuur is toegelaten voor het ontsmetten van potten, containers, paktafels en gereedschappen waarop veroorzakers van plantenziekten kunnen zitten. Het wordt dus niet direct gebruikt op of in gewassen en daarmee oordeelt het Ctgb dat er geen risico is voor de consument van groenten en fruit. Uit de risicobeoordeling blijkt verder dat er geen onacceptabele risico’s zijn voor mensen die het middel toepassen of met ontsmet gereedschap werken. Ook voor het milieu is het middel veilig: de toegelaten toepassing betreft een heel kleine hoeveelheid benzoëzuur ten opzichte van de natuurlijk voorkomende concentraties benzoëzuur. Daarnaast breekt de stof snel af en worden organismen door de manier van toepassen in kassen en opslagruimtes niet of nauwelijks blootgesteld.

Ethyleen

Het is een bekende tip: stop een banaan en avocado samen in een papieren zak en de avocado zal snel rijpen. Bananen produceren bij het rijpen ethyleengas, andere vruchten – ook andere bananen -  rijpen daardoor sneller. Het beoordeelde middel met ethyleengas kende al een toelating voor het afrijpen van bananen. Met het huidige collegebesluit wordt de toelating uitgebreid voor het afrijpen van avocado, papaja, kiwi, mango, perzik en citrusvruchten. Ethyleen is een gangbaar bestanddeel van de lucht. Door toedienen van extra ethyleen aan onrijp fruit in afgesloten opslagruimtes wordt de concentratie verhoogd, als in de zak met banaan en avocado. Ethyleen is gasvorming en vermengt zich met de lucht als de gebruikte opslag wordt geopend. De vruchten die begast zijn bevatten dus geen gas en zijn veilig voor de consument. Het gebruikte ethyleen is een fractie van hetgeen aanwezig in de buitenlucht en ‘verdwijnt’ daarin, waarmee het gebruikte middel ook veilig is voor het buitenmilieu met de daarin aanwezige planten en dieren.