Nieuwe informatie uit praktijk of wetenschap

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden toegelaten als ze voldoende werkzaam zijn en als uit de risicobeoordeling blijkt dat er geen onaanvaardbare effecten op mens, dier en milieu optreden bij gebruik volgens de voorschriften. Bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden kunnen toch soms effecten optreden die niet zijn voorzien bij de toelating van die middelen. 

Toelatinghouders zijn bij wet verplicht om deze effecten te melden bij het Ctgb. Voor gewasbeschermingsmiddelen is hierover meer informatie te vinden op:

Voor biociden is hierover meer informatie te vinden op de pagina over nieuwe informatie onmiddellijke melden.

Anderen dan toelatinghouders 

Ook anderen dan toelatinghouders kunnen niet voorziene effecten melden bij het Ctgb. Dergelijke meldingen helpen om het systeem van toelaten te verbeteren en de veiligheid van mens, dier en milieu te verhogen. Voor informatie over het melden van niet voorziene effecten kan contact opgenomen worden met onze servicedesk

Aanpassingen in de toelatingen naar aanleiding van een melding zijn alleen mogelijk als die melding van goede kwaliteit is en informatie aanwezig is over: 

  • Een uitgebreide en feitelijke beschrijving/uiteenzetting van het opgetreden effect; 

  • Welk gewasbeschermingsmiddel of biocide het betreft; 

  • Of het middel gebruikt is volgens de voorschriften of niet.  

Meldingen over verkeerd gebruik van een gewasbeschermingsmiddel of een biocide moeten niet worden gedaan bij het Ctgb, maar bij de inspectiediensten NVWA (Melding doen | NVWA) of ILT (Meldformulieren | Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T). 

Wat gebeurt met een melding? 

Elke melding wordt door het Ctgb bekeken door een speciaal hiervoor ingericht team. Daarbij bepalen ze of de melding inderdaad voor het Ctgb is, of de melding de informatie bevat die het Ctgb nodig heeft en wat de beste route is om die melding te verwerken. Sommige meldingen zijn alleen relevant voor Nederland, andere kunnen ook relevant zijn voor andere EU-lidstaten.  

Meldingen van goede kwaliteit, waarbij voldoende gegevens geleverd zijn om een oorzaak-gevolg verband aan te tonen tussen toepassing volgens voorschriften en het gemelde effect worden aan het college voorgelegd. Het college besluit of het nodig is om in te grijpen in de toelating.  

De toelatinghouder van het betreffende middel wordt geïnformeerd zodat die de mogelijkheid krijgt om te reageren op de melding. De toelatinghouder kan eventueel zelf aanpassingen in de toelating voorstellen.