Fosfine

Vanwege de risico’s op fosfinevergiftiging past het Ctgb de voorschriften aan voor gebruik van aluminium- en magnesiumfosfide tijdens transport.

Fosfine (fosforwaterstof) is een kleurloos, geurloos en brandbaar gas. Het wordt wereldwijd vooral gebruikt tegen insecten in bulkladingen graan. Het ontstaat door aluminium- of magnesiumfosfide (een vaste stof) in aanraking te laten komen met lucht en vocht. Gassingen met fosfine vinden plaats in silo’s, containers, opslagruimten en ook in schepen, treinen of vrachtwagens. In Nederland mag dit alleen in opslagplaatsen, niet tijdens transport. In enkele andere EU-lidstaten is dat momenteel echter nog wel toegestaan.

Fosfinegas is zeer giftig. De afgelopen jaren zijn er enkele incidenten geweest met binnenvaartschippers die werden opgenomen in het ziekenhuis nadat zij in aanraking waren gekomen met fosfineresten uit gegaste ladingen. Vanwege deze incidenten is er uitgebreid overleg geweest met de toelatinghouders van fosfidemiddelen en de toelatingsautoriteiten in de andere EU-lidstaten. Besproken is welke aanscherpingen van de voorschriften nodig zijn om gezondheidsrisico’s te voorkomen bij het transport en de overslag van in andere lidstaten gegaste ladingen. De zeescheepvaart zal van deze maatregelen worden uitgezonderd omdat regels voor de zeevaart alleen zin hebben als die wereldwijd worden vastgesteld. In de Nederlandse zeehavens bestaat inmiddels een goed werkend systeem om gegaste ladingen te herkennen en te ontgassen vóór de lading verder wordt vervoerd.

Aangepaste voorschriften

Het Ctgb-besluit is gericht op de situatie in de hele EU. Er zijn nu nog landen waar gassing tijdens transport mogelijk is en landen waar dat verboden is. Voor de meest uitgebreide toepassing in landen waar gassing tijdens transport mogelijk is, heeft het college bepaald dat:

  1. losse pillen of tabletten op basis van de twee stoffen alleen toegestaan zijn op een vaste locatie of in zeevracht;
  2. bij het gassen tijdens transport over land of via binnenvaart, geen losse pillen of tabletten gebruikt mogen worden, maar uitsluitend goed herkenbare verpakkingen die in de lading kunnen worden teruggevonden en die verwijderd moeten worden voordat overslag plaatsvindt;
  3. ruimten waarin gassing plaatsvindt goed herkenbaar moeten zijn. Er moet gewaarschuwd worden voor het gevaar van fosfinegas, data van toepassen en herbetreden moeten worden vermeld en het aantal gebruikte verpakkingen moeten duidelijk worden aangegeven. De ruimtes mogen pas worden betreden als een gassingsleider die heeft vrijgegeven;
  4. resten van de fosfides droog verpakt moeten worden afgevoerd volgens de Europese regels van de transportregelgeving. Zo wordt het gevaar van brand of explosie tegengegaan.

Deze bepalingen zijn op maat gemaakt voor de Nederlandse situatie en dan doorgevoerd bij de in Nederland toegelaten middelen. In andere lidstaten worden de toelatingen van dergelijke middelen ook aangepast.

Door deze maatregelen:

  • is duidelijker zichtbaar dat fosfide is toegepast doordat de verpakkingen te vinden zijn in een lading;
  • is duidelijk hoeveel verpakkingen zijn gebruikt zijn en dus moeten worden verwijderd;
  • is het verplicht om alle verpakkingen te verwijderen vóór overslag, en om de restanten op een verantwoorde manier af te voeren.

Deze maatregelen verminderen de kans op nieuwe incidenten tijdens transport.