Green Deal gewasbescherming

Er is in de samenleving toenemende aandacht voor de risico’s van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en residuen daarvan op levensmiddelen. Zo leven er zorgen over schadelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelen voor omwonenden, het milieu en de biodiversiteit. Het bevorderen van het gebruik van ‘groene gewasbeschermingsmiddelen’ moet deze maatschappelijke zorgen verminderen.

Daarom sloot het ministerie van Economische Zaken in 2014 een Green Deal Groene Gewasbeschermingsmiddelen met LTO, Natuur& Milieu, Bionext, Artemis en Nefyto en Ctgb. De NVWA was als adviseur bij de Green Deal betrokken.

Het project Green Deal rekent tot de ‘groene’ gewasbeschermingsmiddelen middelen van natuurlijke oorsprong met een ingeschat laag risico voor mens, dier, milieu en niet-doelwit organismen; zoals:

  • planten, dieren, micro-organismen
  • bepaalde mineralen,
  • nagemaakte middelen die identiek zijn aan de natuurlijke stof.

Green Deal gewasbescherming afgerond: Europese harmonisatie noodzakelijk

In maart 2017 hebben de partners van de Green Deal gewasbescherming hun eindrapport opgeleverd. Het doel van de Green Deal was negen concrete beoordelingen van groene gewasbeschermingsmiddelen uit te voeren, om te kijken hoe dat proces sneller of eenvoudiger kan. Daarmee sluiten de Green Deal-partners aan bij de vraag uit zowel de samenleving als de sector, naar meer duurzame middelen. In deze Green Deal zijn twee actieve stoffen en zeven middelen beoordeeld; uiteindelijk zijn zes middelen toegelaten binnen de periode van de Green Deal. Voor deze zes middelen bleek de toelating sneller en significant goedkoper te verlopen.

Belang Europese harmonisatie

Gewasbeschermingsmiddelen worden beoordeeld binnen een Europees kader. Hierin is beperkte ruimte om de beoordeling van groene middelen te versnellen of versoepelen. Daarom is vanuit de werkgroep het initiatief genomen om te komen tot meer Europese harmonisatie. Zo neemt Nederland momenteel het voortouw in Europa bij het opstellen van geharmoniseerde en realistische eisen aan de werkzaamheid van groene middelen.

Bredere beschikbaarheid

Binnen de Green Deal-periode zijn zes groene middelen beoordeeld en toegelaten. Daarnaast werden aanvragers gestimuleerd om de middelen voor zoveel mogelijk gewassen en aantastingen aan te vragen. Dit leidde in een aantal gevallen tot bredere gebruiksmogelijkheden.

Greenteam versnelt beoordelen groene middelen

De Green Deal-partners vinden het belangrijk dat groene middelen sneller worden toegelaten. De Europese regelgeving schrijft voor dat officiële laag-risicomiddelen binnen 120 dagen beoordeeld worden, veel van de groene middelen voldoen aan de criteria voor laag risico. Binnen de Green Deal is al enige tijdwinst gerealiseerd door het instellen van een speciaal GreenTEAM en een coördinator biologische middelen bij het Ctgb. Ook is gebleken dat de kosten voor toelating van groene stoffen – die vaak minder complex zijn – lager zijn dan die voor chemische middelen. Het Ctgb heeft inmiddels besloten het GreenTEAM en de coördinator biologische middelen in stand te houden.

Adviezen

In het eindrapport komt de werkgroep tot adviezen om het toelaten van groene gewasbeschermingsmiddelen verder te bespoedigen. De werkgroep vindt het belangrijk financiële instrumenten in te zetten om het aanvragen van groene middelen te stimuleren. Daarnaast adviseert de werkgroep om het juridische instrument ‘vrijstelling’ – beperkt en tijdelijk gebruik – voor dergelijke middelen ruimer in te zetten. Verder denkt de werkgroep aan een systeem van voorlopige toelating voor groene middelen. Dit vraagt inzet in Europees verband en daar zal enige tijd overheen gaan.

Green Deal

Met de zogenoemde Green Deals stimuleert de overheid de ontwikkeling van economie en samenleving om het concurrentievermogen te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.