Implementatie Wageningen Drift Calculator

De Wageningen Drift Calculator (WDC) is een tool waarmee driftdepositiecijfers voor elke specifieke combinatie van teelt, teeltvrije zone (TVZ) en driftreductie-klasse (DRT) kunnen worden berekend en uitgelezen. De tool bevat de meest recente driftcijfers op basis van toedienings- en gewasparameters. Hiermee is zonder specifiek driftrapport te bepalen welke DRT-klasse en teeltvrije zone nodig zijn voor een veilig gebruik.

De driftdatabases onderliggend aan de WDC zijn groter en meer recent dan de huidige. Hiermee veranderen ook de driftdepositiecijfers voor de verschillende teelten. Daarnaast zijn de driftdepositiecijfers uit de WDC – met name voor neerwaartse teelten – specifieker omdat parameters zoals gewasstadium en positie van de laatste dop ten opzichte van het gewas ook worden meegenomen. De WDC is daarmee realistischer dan de huidige werkwijze.

Vanwege het onderscheid tussen een ‘kale grond’ en ‘niet kale grond’-situatie’ (grens bij 20 cm gewashoogte) is besloten dat indien binnen het aangevraagde gebruik het gewasstadium deze grens van 20 cm hoogte overschrijdt, de hoogste driftdepositiewaarde voor beide situaties moet worden gebruikt. De maximale teeltvrije zone en de maximaal acceptabele driftreductieklasse (DRT 90) voor neerwaarts spuiten, blijven zoals vastgelegd in de Evaluation Manual. Hierover vindt op dit moment overleg plaats, mogelijke wijzigingen hierin zullen tijdig worden gecommuniceerd.

Ingangsdatum

Het gebruik van de WDC heeft gevolgen voor dossiers voor een nationale aanvraag. In het kader van behoorlijk bestuur wordt de WDC daarom ingevoerd voor nieuwe aanvragen en niet voor lopende aanvragen. Wel wordt het gebruik door aanvragers van de WDC op vrijwillige basis voor lopende aanvragen geaccepteerd. Aanvragers krijgen het gebruikelijke half jaar de tijd om nieuwe nationale aanvragen voor te bereiden op het gebruik van de WDC. Het College heeft besloten tot de volgende overgangsregeling:

  • de WDC wordt per 01-01-2022 verplicht voor nieuwe nationale aanvraagdossiers;
  • de WDC wordt per 01-08-2021 geaccepteerd voor nationale aanvraagdossiers, voor zowel nieuwe als lopende aanvragen.

Daarnaast heeft het College besloten individuele technieken op het wettelijk gebruiksvoorschrift (WG) uit te faseren; voor alle beschermdoelen moet nu een DRT-klasse op het WG worden opgenomen, zo nodig in combinatie met een teeltvrije zone. Daarom zijn per 01-01-2022 op de etiketten geen individuele technieken meer toegestaan om het risico voor niet-doelwit arthropoden te mitigeren.

Reikwijdte van de WDC

De WDC is alleen bruikbaar voor professionele toepassing op gewassen die onder de reikwijdte van het Activiteiten Besluit Milieubeheer (AB) vallen en waar de technieken in DRT-klassen zijn ingedeeld, in nationale aanvragen. Dit omvat:

  • akkerbouwmatige teelten (neerwaartse bespuitingen)
  • fruit en laanbomen (op- en zijwaartse bespuitingen)

De ingebruikname van de WDC heeft géén gevolgen voor de procedures voor gewassen/gebruiken die niet onder het activiteitenbesluit vallen en het handmatige/niet-professionele gebruik.

Impact op harmonisatie driftdepositiecijfers

De invoering van de WDC heeft impact op de werkwijze waarbij voor nationale aanvragen gebruik kan worden gemaakt van de risicobeoordeling van driftgerelateerde milieuaspecten van de Core. Deze impact wordt momenteel bekeken en hierover zal op korte termijn verder gecommuniceerd worden.

Evaluation Manual

De Evaluation Manual (relevante hoofdstukken H6 gedrag in water en H7 Terrestrische niet doelwit arthropoden en niet-doelwit planten) wordt aangepast vanwege de implementatie van de WDC en zal zo snel mogelijk worden gepubliceerd. Ook de huidige DRT werkinstructie wordt hierop aangepast. Een andere aanpassing aan het toetsingskader, die niet direct voortvloeit uit de implementatie van de WDC, maar wel gelijktijdig zal plaatvinden is de uitgangssituatie voor gewassen waarvoor de driftdepositiewaarden van grootfruit gelden, maar die in het activiteitenbesluit niet onder de randvoorwaarden (zoals genoemd in Art 3.80,lid 3) voor appel, peer, en overige pit- en steenvruchten vallen, te weten: houtig kleinfruit, hop, noten en overige fruitsoorten. Zodra deze wijzigingen zijn doorgevoerd zal hierover worden gecommuniceerd.