Ctgb-beleid voor producten met feromonen en lokstoffen

Het Ctgb heeft beleid vastgesteld voor biociden met feromonen of lokstoffen en verduidelijkt wanneer ze wel en geen toelating nodig hebben. Het sluit daarmee aan bij de Europese guidances en afspraken die daarover in Europa zijn gemaakt.

Semiochemicals zijn stoffen die door planten, dieren en andere organismen worden afgegeven om te communiceren. Ze kunnen verschillende functies hebben: lokken, het gedrag verstoren of afweren. Er bestaan verschillende biociden met deze stoffen. Afhankelijk van het doel hebben ze een toelating als biocide nodig. Voor biociden heeft de Europese Commissie in mei 2017 aangegeven dat lidstaten individueel moeten bepalen of producten voor monitoring een toelating als biocide nodig hebben of niet. Vanwege deze ontwikkelingen verheldert het Ctgb het Nederlandse beleid voor producten op basis van semiochemicals en lokstoffen.

Afhankelijk van doel

Onder de biocideverordening is voor lokstoffen die uitsluitend gebruikt worden om plaagdieren of insecten te monitoren (tellen) en niet om de populatiegrootte te beïnvloeden, geen toelating nodig. Zodra die lokstoffen wel de intentie hebben of gebruikt worden om de populatie van de plaagdieren of insecten te verkleinen, dan is wel een toelating als biocide nodig.
Wanneer een biocide product naast een feromoon of lokstof (PT19) ook een actieve stof bevat die het doelorganisme doodt (bijvoorbeeld een insecticide, PT18), dan zal dit product volgens de eisen voor het andere Product Type beoordeeld worden (in dit geval dus PT18, en niet PT19).

Onderstaande tabel vat voorgaande samen:

Functie semiochemical of lokstof in het middel

Extra functie

Schadelijke organismen weren of effecten daarvan voorkomen
(volgens de Biocideverordening, BPR)

Lokken

Geen

Geen toelating nodig* (zuivere monitoring)

Mechanische bestrijding

BPR toelating nodig**

Insecticide of andere soort werkzame stof

BPR toelating nodig

Verstoren

N.v.t.

BPR toelating nodig

Afweren

N.v.t.

BPR toelating nodig

* aansluitend bij de Europese afspraak uit 2007 (MoD 2.5.11); inclusief het vangen van insecten en plaagdieren zonder intentie om de populatiegrootte te beïnvloeden

** bestrijding betekent in dit geval: intentie om de populatiegrootte te beperken