Comparative assessment \ candidate for substitution

Strevend naar middelen die minder belastend zijn voor mens en milieu werkt het Ctgb bij het toelaten van biociden met vergelijkende beoordeling (comparative assessment). Deze vergelijking maakt deel uit van de beoordeling als de werkzame stof een ‘candidate voor substitution’ is c.q.voldoet aan de vervangingscriteria die zijn beschreven in de Biocideverordening.

Bij de comparative assessment wordt het middel vergeleken met andere in de EU toegelaten middelen voor de betreffende toepassing(en). Voor comparative assessment wordt aangehouden dat er in het algemeen minimaal drie verschillende werkzame stofcombinaties beschikbaar moeten zijn voor de efficiënte bestrijding van het betreffende insect en minimaal risico op resistentie ontwikkeling.