Gevolgen brexit voor aanvragen gewasbeschermingsmiddelen

Het Verenigd Koninkrijk verliet de Europese Unie (EU) op 31 januari 2020. Het beoordelen en toelaten van gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebeurt op basis van binnen de EU geharmoniseerde afspraken. Verschillende middelen ontlenen hun toelating in de EU aan een beoordeling in het Verenigd Koninkrijk. Het VK kan door het vertrek geen middelen meer beoordelen voor de EU. Dit heeft gevolgen voor aanvragen waarvoor het VK (beoogd) zRMS was of waarvoor gerefereerd wordt naar een toelating uit het VK. Voor bestaande toelatingen op basis van een beoordeling in het VK verandert in de meeste gevallen niets, behalve voor verleende vergunningen voor parallelhandel.

De Europese Commissie heeft een serie vragen en antwoorden over de consequenties van de brexit voor het toelaten van gewasbeschermingsmiddelen. We zetten de gevolgen voor de verschillende toelatingen op een rijtje:

Aanvragen

Brexit: wat gebeurt er met middelen waarvoor het VK zRMS was?

Na de brexit kan het VK niet meer optreden als zonale rapporterend lidstaat (zRMS; in deze tekst wordt daarmee ook de interzonale rapporterend lidstaat bedoeld).

Voor art. 33 aanvragen heeft de Commissie besloten dat, indien de core-beoordeling en toelating in het VK zijn afgegeven vóór de brexit-datum (31-01-2020), de CMS-en tot 120 dagen na de Brexit-datum hebben om hun besluit te nemen.
Indien het VK het core-besluit niet had afgerond vóór de brexit-datum zijn betreffende aanvragen overgedragen aan andere lidstaten. Dat zal leiden tot een grotere werklast voor de lidstaten. Verwacht wordt dat de behandelingstijd voor aanvragen van gewasbeschermingsmiddelen zal toenemen.

Wederzijdse erkenning op basis van een toelating in het VK

Met ingang van brexit-datum, erkent de EU reeds genomen besluiten uit het VK niet meer als basis voor een wederzijdse erkenning of een nieuwe vergunning voor parallelhandel. Aanvragers dienen hiervoor dus een referentietoelating in een andere lidstaat te gebruiken als basis voor een nieuwe aanvraag.

Bestaande toelatingen

Voor bestaande toelatingen op basis van een core-beoordeling uit het VK of een referentietoelating uit het VK verandert er niets op korte termijn. Alleen wanneer deze toelating in de toekomst herbeoordeeld moet worden in het kader van artikel 43 (EU) 1107/2009, kan het VK niet meer optreden als zRMS.

Parallelle handelsvergunningen

Voor bestaande parallelle handelsvergunningen verandert er niets per 31 januari 2020. Deze blijven geldig tot het einde van de overgangstermijn die nu is gesteld op 31 december 2020. Binnenkort worden uitgewerkte EU-richtlijnen verwacht voor parallelvergunningen. Vergunninghouders dienen er echter rekening mee te houden dat de vergunning per 31 december 2020 dient te worden ingetrokken en dat voor bestaande voorraden geen respijttermijnen mogelijk zijn.