In de samenleving bestaan vragen over een mogelijke verband tussen gewasbeschermingsmiddelen en de ziekte van Parkinson. Het Ctgb neemt deze zorgen serieus en zet zich in voor een betere beoordelingsmethodiek voor neurodegeneratieve aandoeningen (zie onze brief aan EFSA). Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de momenteel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen het risico op Parkinson vergroten. Het Ctgb beoordeelt middelen zorgvuldig op basis van het Europese wettelijke kader en actueel wetenschappelijk onderzoek. Bovendien is het Ctgb continu in gesprek met wetenschappers, beleidsmakers en de samenleving om te werken aan een veilige en duurzame toepassing van gewasbeschermingsmiddelen.
Wat zeggen onderzoeken tot nu toe?
- RIVM (2022). Een onderzoek naar de chemische structuur van stoffen leverde geen directe aanwijzingen op dat momenteel goedgekeurde stoffen in Europa het risico op Parkinson vergroten. Stoffen met een bewezen verband zijn inmiddels verboden, maar de lange termijn effecten van deze stoffen kunnen nog steeds merkbaar zijn.
- RIVM (2021). De conclusie wees uit dat een relatie tussen gewasbeschermingsmiddelen en neurodegeneratieve aandoeningen plausibel is en adviseerde betere onderzoeksmethodes.
- Gezondheidsraad (2020). De raad stelde een mogelijk verband vast op basis van internationaal onderzoek, maar door onnauwkeurige blootstellingsmetingen bleef onduidelijk hoe groot het risico is en welke stoffen een rol spelen.
Hoe beoordeelt het Ctgb gewasbeschermingsmiddelen?
In Europa worden middelen beoordeeld op effecten op de menselijke gezondheid, waaronder het zenuwstelsel en de ontwikkeling daarvan. Er bestaan echter nog geen specifieke testmethoden om te bepalen of een chemische stof neurodegeneratieve aandoeningen kan veroorzaken. Het Ctgb heeft dit in 2021 aangekaart bij de Europese autoriteit EFSA en blijft zich inzetten voor de ontwikkeling van verbeterde beoordelingsmethoden. Zodra nieuwe wetenschappelijke inzichten beschikbaar komen, worden deze waar mogelijk geïntegreerd.
Wat als nieuwe inzichten risico’s aantonen?
Alle stoffen en middelen worden periodiek herbeoordeeld. Als nieuwe wetenschappelijke inzichten tussentijds aantonen dat een middel schadelijker is dan eerder gedacht, kan het Ctgb de toelating herzien of intrekken. Deze procedures zijn vastgelegd in de Europese wetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen. (Zie bijvoorbeeld de Beleidsregel structurele overschrijdingen van het toelatingscriterium oppervlaktewater.) De bescherming van mens, dier en milieu staat altijd voorop.
Lopend onderzoek en de rol van het Ctgb
Over de lange termijn gezondheidseffecten van gewasbeschermingsmiddelen zijn nog vragen die momenteel via meerdere onderzoeken worden onderzocht:
- OBO2-onderzoek (2023-2031). Onderzoekt gezondheidseffecten bij agrariërs en omwonenden, met speciale aandacht voor Parkinson. Het Ctgb neemt deel aan de maatschappelijke klankbordgroep.
- SPARK onderzoek (2024-2029). Richt zich op nieuwe teststrategieën om neurodegeneratieve effecten beter te beoordelen. Het Ctgb is betrokken via de wetenschappelijke adviesraad.
We blijven deze ontwikkelingen volgen en streven naar een continue verbetering van de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen.
Meer lezen?
- Geen maatregelen nodig na onderzoek naar schadelijke stoffen in gewasbeschermingsmiddelen
- Gewasbeschermingsmiddelen en neurodegeneratieve ziekten: mogelijkheden om de toelatingsvereisten te verbeteren
- Vervolgadvies gewasbescherming en omwonenden
- Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden
- Onderzoek 'SPARK' naar gewasbeschermingsmiddelen en Parkinson