Rodenticiden zijn en blijven beschikbaar tegen ratten en muizen

Recent sloegen media alarm dat er in Nederland een ratten- of muizenplaag dreigt, doordat ratten en muizen vanaf 2023 niet meer met gif bestreden mogen worden. Deze berichtgeving was gebaseerd op een onjuiste uitleg van een Ctgb-besluit uit september 2018, dat anticoagulantia en rodenticiden op basis van cholecalciferol in de toekomst alleen nog gebruikt mogen worden binnen een geïntegreerd plaagdierbeheerssysteem door gecertificeerde professionals. Wat gaat er veranderen?

Het gaat hier om middelen tegen ratten en muizen op basis van anticoagulantia (bloedverdunners), die extreem giftig zijn voor vogels, roofdieren en huisdieren, en die lang in het milieu kunnen blijven (de meeste zijn ‘persistent’). Bij veelvuldig gebruik ontstaat er bovendien kans op resistentie. In de Europese Unie is afgesproken dat middelen op basis van anticoagulantia en rodenticiden op basis van cholecalciferol, ondanks hun giftigheid, onder voorwaarden gebruikt mogen worden, omdat ze onmisbaar zijn voor de bestrijding van ratten en muizenplagen.

Het Ctgb houdt zich aan die afspraak en neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat deze middelen alleen worden gebruikt als het echt noodzakelijk is. Die maatregelen zijn beschreven in een systeem voor geïntegreerd plaagdiermanagement (IPM). IPM houdt in dat eerst preventieve maatregelen worden genomen en gewerkt wordt met niet-chemische methoden, voordat de anticoagulantia en rodenticiden op basis van cholecalciferol worden ingezet. Dat betekent: opruimen van voedsel, weghalen van nestelplaatsen en doorgangen, monitoring van de populatie en klemmen en vallen gebruiken, om een plaag te voorkomen.

Het IPM-systeem is in 2017 van kracht geworden voor de beheersing van ratten buiten, in 2023 zal het van kracht worden voor alle toepassingen van deze middelen: gebruik tegen ratten en muizen, zowel buiten als binnen. Om dit IPM-systeem goed te kunnen uitvoeren, is vakkennis nodig. Dat betekent dat alleen professionele gebruikers die aantoonbaar kennis hebben van IPM en het systeem in de praktijk ook op de juiste manier gebruiken, deze middelen straks mogen inzetten. Zij worden hiervoor gecertificeerd, om te borgen dat het IPM-systeem juist wordt uitgevoerd.

Per 2023 mogen particulieren dus geen anticoagulantia en middelen op basis van cholecalciferol meer gebruiken voor het bestrijden van muizen en ratten. Maar voor hen zijn voldoende alternatieven beschikbaar en ook chemische middelen op basis van alfachloralose. Ook kunnen particulieren een professionele plaagdierbeheerser inschakelen. Professionals mogen vanaf 2023 nog wél anticoagulantia gebruiken en rodenticiden op basis van cholecalciferol, maar uitsluitend onder het gecertificeerde IPM-systeem. Boeren hebben de keuze om zich te laten scholen en certificeren en zelf de beheersing van ratten en muizen middels IPM ter hand te nemen, of om een professionele plaagdierbeheerser in de arm te nemen.

De nadruk komt dus te liggen op preventie: structurele maatregelen om te voorkomen dat er een plaag uitbreekt. Als er ondanks die maatregelen toch een plaag dreigt, dan blijven ook de anticoagulantia en rodenticiden op basis van cholecalciferol beschikbaar als uiterste maatregel. Op deze manier wordt geborgd dat het gebruik van anticoagulantia tot het minimum wordt beperkt en alleen onder die voorwaarde kunnen deze middelen worden toegelaten.