Gezondheidsverkenning geen aanleiding tot ingrijpen bij gewasbeschermingsmiddelen

Op 6 juli ’18 publiceerde het RIVM het rapport ‘Gezondheidsverkenning omwonenden van landbouwpercelen ’. Het rapport is opgesteld in opdracht van de minister van VWS en analyseert de relatie tussen agrarische praktijk en gezondheidsaspecten. Het Ctgb heeft als toelatingsautoriteit de verantwoordelijkheid om nieuwe (wetenschappelijke) informatie over mogelijke risico’s van gewasbeschermingsmiddelen te beoordelen. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vormt een onderdeel van de agrarische praktijk. In dat kader evalueren we ook dit RIVM-onderzoek.

Op basis van die beoordeling kan het College besluiten of ingrijpen in bestaande toelatingen moet worden overwogen. Ingrijpen kan betekenen dat gebruik wordt ingeperkt of zelfs verboden. Ingrijpen gebeurt altijd binnen juridische kaders die de rechten van alle belanghebbenden borgen. De Europese Verordening biedt overigens ook de mogelijkheid voor een spoedprocedure indien de risico’s acuut zijn en deze ingrijpen op korte termijn noodzakelijk maken. Het RIVM-rapport geeft geen aanleiding tot een dergelijke spoedprocedure.

Een samenvatting van onze overwegingen:

  • De overall conclusie is dat omwonenden van agrarische percelen iets gezonder lijken te zijn dan de controlegroep;
  • Het rapport legt statistische verbanden tussen de gezondheidstoestand van omwonenden en de nabijheid van landbouw- en fruitteeltpercelen. Daarmee kijkt men naar de relatie tussen teelten en gezondheidsklachten;
  • Er is niet gekeken naar een verband tussen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de gezondheid;
  • Bij een verband tussen teelt en gezondheidsklachten is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen slechts één van de variabelen die moet worden beoordeeld. Bijvoorbeeld legt dit rapport een verband tussen maïsteelt en de sterfte aan luchtwegaandoeningen. Maïsteelt vinden we vaak nabij intensieve veehouderij met fijnstof-uitstoot. Ook die variabele moet in vervolgonderzoek geanalyseerd worden.

Het Ctgb merkt op dat de conclusies uit dit RIVM-onderzoek wezenlijk anders zijn dan die uit een, tot op zeker hoogte, vergelijkbaar onderzoek in de San Joaquin Valley, Californië (2017) waar sterke relaties werden gevonden tussen wonen nabij land- en tuinbouwpercelen en gezondheidsklachten. Ctgb, RIVM en Gezondheidsraad concludeerden toen al dat de Amerikaanse situatie niet vergelijkbaar is met die in ons land. In een commentaar op dat rapport wees het Ctgb er destijds op dat de situatie rond toelatingen en gebruik van middelen in de praktijk sterk verschilt tussen Europa/Nederland en de VS. De conclusies van het onderzoek in Californië gelden niet voor de Nederlandse situatie. Dit nieuwe RIVM-rapport onderstreept dat.