Welke instantie bepaalt de toelating van genetisch gemodificeerde gewassen in Nederland?

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bepaalt de toelating van genetisch gemodificeerde gewassen in Nederland. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft als wettelijke taak te besluiten over het wel of niet toelaten van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

De beoordeling van een toelating door het Ctgb vindt plaats aan de hand van in de wet- en regelgeving verankerde criteria voor de risico's voor mens, dier en milieu en de werkzaamheid van de aangevraagde middelen. Bij deze beoordeling kijkt het Ctgb naar alle aangevraagde toepassingsgebieden; het wel of niet toepassen van middelen op genetisch gemodificeerde gewassen is geen onderdeel van het toetsingskader. Het gebruik van door het Ctgb toegelaten middelen is veilig voor alle toegelaten toepassingsgebieden mits deze worden toegepast volgens de wettelijke gebruiksvoorschriften.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Inspectie Leefomgeving en Transport zijn verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van het juiste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.