Hoe zit ‘t met glyfosaat?

In maatschappij en media worden kritische vragen gesteld over de Europese beoordeling van de werkzame stof glyfosaat. Hoe gaat dit in de Europese Unie?

Een van de terugkerende vragen is of glyfosaat kanker kan veroorzaken. In maart 2015 stelde de International Agency for Research on Cancer (IARC) dat glyfosaat ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ is. In Nederland zijn daar destijds Kamervragen over gesteld. In de EU heeft ECHA (het Europese agentschap voor chemische stoffen) aangegeven dat er geen bewijs is voor classificatie van de werkzame stof glyfosaat als kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch (giftig voor de voortplanting). EFSA (de Europese autoriteit voor voedselveiligheid) gaf uitleg over de gehanteerde risico-evaluatie van de werkzame stof glyfosaat en ging daarbij onder meer in op de rapportage van de IARC. Dit kwam er in het kort op neer dat EFSA meer en andere studies heeft beoordeeld dan de IARC. Daarnaast bracht EFSA een verklaring naar buiten over de ‘Monsanto papers’, waarin EFSA concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat de chemische industrie de Europese beoordeling van de werkzame stof glyfosaat heeft beïnvloed. Het Nederlandse ministerie reageerde met een Kamerbrief.

Zie de Kamerbrief, en het statement van EFSA (de Europese autoriteit voor voedselveiligheid) en een achtergrondartikel uit de Volkskrant.  

In de EU is de werkzame stof glyfosaat in 2017 opnieuw goedgekeurd voor een periode van 5 jaar. Frankrijk, Hongarije, Nederland en Zweden vormen samen de Assessment Group on Glyphosate (AGG) die verantwoordelijk is voor de herbeoordeling van glyfosaat. Een beslissing over de hernieuwde goedkeuring moet uiterlijk december 2022 worden genomen. De aanvraag voor hernieuwde goedkeuring van de werkzame stof is ingediend door een consortium van meerdere bedrijven.

Wat betekent die beoordeling op veiligheid?

De toelating van gewasbeschermingsmiddelen is gebaseerd op het voorzorgsbeginsel: ze worden alleen toegelaten als is aangetoond dat ze veilig zijn voor mens, dier en milieu bij gebruik volgens voorschrift. Daarvoor moet het bedrijf dat een gewasbeschermingsmiddel op de markt wil brengen een dossier indienen met onderzoeken die dat veilig gebruik aantonen. Deze onderzoeken moeten volgens Good Laboratory Practice (GLP) door gecertificeerde laboratoria worden uitgevoerd volgens strikte, internationaal vastgelegde protocollen, zodat je het onderzoek kan herhalen om het te verifiëren.

Bedrijven die een aanvraag doen, laten de onderzoeken door dit soort GLP-labs uitvoeren en betalen de Europese lidstaat die de risicobeoordeling doet. Dat wil overigens niet zeggen dat ze daarmee altijd Europese goedkeuring voor hun stof krijgen of een toelating krijgen voor hun middel. Immers, je neemt autorijlessen bij een rijschool en je betaalt het CBR om af te rijden, maar dat wil nog niet zeggen dat je slaagt: met andere woorden de betaling aan het CBR geeft geen garantie op een rijbewijs. Zo is het ook bij het Ctgb en de andere Europese toelatingsautoriteiten: een betaling voor een aanvraag is geen garantie voor een goedkeuring of toelating.

Mogelijke fraude in Duits GLP-lab

Om de kwaliteit van de ingediende onderzoeken te waarborgen, moeten de onderzoeken en laboratoria voldoen aan de internationale GLP-criteria. Onlangs kwam een Duits GLP-laboratorium (Laboratory of Pharmacology and Toxicology – LPT) in het nieuws omdat het mogelijk gefraudeerd zou hebben. Het laboratorium voerde ook onderzoeken uit voor het stofdossier van glyfosaat. In Nederland zijn hier Kamervragen over gesteld. De Duitse autoriteiten stellen hiernaar nu een onderzoek in. Als blijkt dat de beschuldigingen gegrond zijn, wordt dit in Nederland aangekaart bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) die toeziet op de GLP-labs. De Assessment Group on Glyphosate die de ontwikkelingen rond het Duitse GLP-lab nauwlettend volgt, zal dan alle ingediende studies van dit laboratorium afwijzen.

Vanwege de aantijgingen tegen het Laboratory of Pharmacology and Toxicology (LPT) heeft het Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR) een persbericht gepubliceerd. Het BfR is de bevoegde nationale autoriteit van Duitsland die voor Europa ook de laatste herbeoordeling van glyfosaat als werkzame stof uitvoerde. BfR geeft aan dat er voor de huidige goedkeuring van glyfosaat naast de 24 onderzoeken van LPT meer dan 900 onderzoeken van andere laboratoria en wetenschappelijke publicaties zijn beoordeeld. In de 24 onderzoeken van LPT is onderzoek gedaan naar mogelijke acute effecten van glyfosaat op oog- en huidirritatie en mutageniteit. Volgens de Duitse toelatingsautoriteit zijn door LPT géén onderzoeken uitgevoerd naar het ontstaan van kanker door glyfosaat. Daarom ziet het BfR op dit moment geen aanleiding om vanwege de omstreden studies van LPT de uitkomst van de herbeoordeling van de werkzame stof ter discussie te stellen.

Stopzetten Nederlands TNO-onderzoek naar glyfosaat

Een van de onderzoeken die bedrijven aanleveren voor de Europese beoordeling van een werkzame stof, is een onderzoek naar opname door de huid (dermale absorptie). De standaard voor onderzoek naar dermale absorptie zijn tegenwoordig proeven met menselijke huid (ex vivo – verwijderde huid van operaties in ziekenhuizen). Follow the Money publiceerde begin 2019 een bericht over een onderzoek naar de opname van glyfosaat door de geprepareerde huid van ratten, dat in 2002 door TNO is uitgevoerd in opdracht van Monsanto. Dit was een ‘model’ voor onderzoek naar de opname van glyfosaat door de menselijke huid. Dit onderzoek werd conform het protocol afgekeurd omdat er onvoldoende van de opgebrachte hoeveelheid glyfosaat werd teruggevonden. Monsanto heeft dat onderzoek niet over laten doen en de resultaten ervan niet ingediend in het dossier voor de goedkeuring van glyfosaat als werkzame stof in de Europese Unie, omdat er voor de dermale absorptie inmiddels recentere onderzoeken voorhanden waren met onder meer menselijke huid, de huidige standaard. Om de dermale absorptie vast te stellen was het TNO-onderzoek uit 2002 daardoor niet meer nodig.

Zie hiervoor ook de Kamerbrief van de minister van LNV van 21 maart 2019 (onder het kopje Reactie op bericht over stopzetten Nederlands onderzoek naar glyfosaat).