Glyfosaat: de stand van zaken

De werkzame stof glyfosaat is een veelbesproken onkruidbestrijder. In november 2023 besloot de Europese Commissie de goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat met 10 jaar te verlengen. Aansluitend gaat het Ctgb - in samenwerking met andere lidstaten uit de centrale zone- beoordelen of middelen op basis van glyfosaat nog steeds voldoen aan de toelatingsvereisten en de voorwaarden die de Europese Commissie heeft gesteld in het verlengingsbesluit voor glyfosaat. Aanvragers moeten voor de verlenging van de middeltoelating uiterlijk in het eerste kwartaal van 2024 een aanvraag indienen. Ze kunnen gemotiveerd tot maximaal twee jaar uitstel vragen om nieuwe informatie voor de verlengingsaanvraag in te dienen. Gedurende de beoordeling blijven de middelen met het geldende gebruiksvoorschrift op de markt. Gezien de omvang van de gegevens die organisaties als het Ctgb moeten beoordelen, is het te verwachten dat de beoordeling van de middelen meerdere jaren zal duren. Gedurende de beoordelingsprocedure voor verlenging van deze middelen, wordt de toelating procedureel verlengd totdat een besluit op de verlengingsaanvraag kan worden genomen.

Eerder besloot de Europese Commissie de stof glyfosaat voor vijf jaar goed te keuren. Dat besluit viel in december 2017. De stof moest vervolgens na vijf jaar, dus uiterlijk in december 2022, opnieuw zijn beoordeeld. Vanwege het zeer uitgebreide beoordelingsdossier besloot de EU de goedkeuring voor een jaar administratief te verlengen. Een groep van vier lidstaten – Frankrijk, Hongarije, Nederland en Zweden – deed gezamenlijk de herbeoordeling als ‘Assessment Group on Glyphosate’ (AGG). De AGG stuurde op 15 juni 2021 de concept-risicobeoordeling naar EFSA en ECHA. Op basis hiervan oordeelde het Europees Agentschap voor chemische stoffen ECHA in mei 2022 dat de classificatie en etikettering van de stof glyfosaat ongewijzigd kan blijven. Dit betekent dat ECHA onderschrijft dat glyfosaat níet carcinogeen is.

Na een uitgebreide collegiale toetsing en consultatie van de concept-risicobeoordeling publiceerde de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA op 26 juli 2023 de definitieve beoordelingsresultaten van de stof op de EFSA-website. EFSA ziet in de beoordeling van de stof geen kritieke punten van zorg. EFSA publiceerde ook een factsheet en een nieuwsbericht. De Europese Commissie stelde op basis van de uitkomsten van de beoordeling in de loop van het debat over de toelating verschillende conceptvoorstellen op, die zijn besproken met de lidstaten.

Het Ctgb adviseerde de minister van LNV over de uitkomsten van de risicobeoordeling en het voorstel van de Europese Commissie. De minister heeft dit advies op 10 oktober 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd als bijlage bij de brief over het Nederlands standpunt. Op 13 oktober 2023 werd in het permanent comité voor gewasbeschermingsmiddelen (SCoPAFF) gestemd over het voorstel van de Commissie om de goedkeuring van glyfosaat te verlengen voor een periode van 10 jaar. De Commissie stelde vast dat er geen gekwalificeerde meerderheid voor of tegen was en legde het besluit voor aan het Appeal Committee.

Het Appeal Committee kwam bijeen op 16 november 2023. De uitkomst was dat de goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat met 10 jaar wordt verlengd. Er komt dus geen verbod. De Commissie stelt in het besluit wel aanvullende voorwaarden om de gezondheid van mens en dier en het milieu te beschermen. De volgende stap is de herbeoordeling van de in de lidstaten toegelaten gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat. Ook het Ctgb gaat deze herbeoordeling doen voor in Nederland toegelaten middelen.

Extra beperkingen ten opzichte van de eerdere toelating

Bij het goedkeuringsbesluit formuleerde de Europese Commissie aanvullende aandachtspunten voor:

  • onaanvaardbare formuleringshulpstoffen in gewasbeschermingsmiddelen met glyfosaat;
  • de beoordeling van blootstelling van de consument aan residuen die aanwezig kunnen zijn in volggewassen die met gewasrotatie worden geteeld;
  • de bescherming van het grondwater in kwetsbare gebieden, en van oppervlaktewateren, met name die gebruikt voor de winning van drinkwater, met bijzondere aandacht voor gebruik op verharde oppervlakten;
  • de bescherming van kleine herbivore zoogdieren;
  • de bescherming van land- en waterplanten die je niet wilt bestrijden tegen blootstelling aan drift;
  • indirecte effecten op de biodiversiteit (waarvoor nog geen beoordelingskaders of richtsnoeren beschikbaar zijn);
  • gebruik door particulieren (in Nederland al niet meer toegestaan);
  • Afrijpen, om het tijdstip van de oogst te reguleren of om het dorsen te optimaliseren, mag niet worden toegestaan (in Nederland al niet meer toegestaan).