'Market freeze’ biocidentoelatingen zo veel mogelijk beperkt

Voor toelatingen in de overgang van Nederlands recht naar de Biocideverordening heeft het college in de vergadering van 22 juni 2016 het beleid verduidelijkt. Daarbij is gezocht naar de maximale ruimte die wetgeving en Ctgb-werkproces bieden.

Tussen de Europese goedkeuring van biocidestoffen en de Nederlandse toelating van bijbehorende middelen op basis van de stofplaatsing ligt een stuk ‘niemandsland’; hoe om te gaan met aanvragen en wijzigingen in de tussenliggende periode? De industrie heeft moeite met het tot nu toe gevoerde beleid dat het Ctgb vanaf het moment van Europese stofgoedkeuring geen afgeleide toelatingen en wijzigingen meer doorvoert. Men ervaart dit als ‘market freeze’. Dit probleem is deels inherent aan het toelatingssysteem. Wel heeft het Ctgb gezocht naar een tegemoetkoming voor aanvragers op de belangrijkste knelpunten. Het Ctgb zocht hierbij de maximale ruimte die de wet biedt om aanvragen voor wijzigingen en afgeleide toelatingen nog te kunnen accepteren en zo de periode van market freeze te beperken.

Ter verduidelijking zijn drie aanbevelingen aan aanvragers en toelatingshouders geformuleerd, wanneer het (nog) zinvol is om een aanvraag onder Nederlands overgangsrecht in te dienen. Daarbij is rekening gehouden met een realistische periode voor beoordeling en besluitvorming binnen het Ctgb:

  • Aanvragen nieuwe biocide en aanvragen grote wijzigingen van bestaande toelatingen kunnen bij het Ctgb onder Nederlands overgangsrecht worden ingediend

    • uiterlijk 78 weken voor de datum van de goedkeuring van de laatste nog niet goedgekeurde PT-stof combinatie van het betreffende biocide,
    • of uiterlijk binnen 30 dagen na publicatie van de uitvoeringsverordening tot goedkeuring van betreffende de PT-stof combinatie, doch uiterlijk 65 weken voor datum van goedkeuring. De aanvraag wordt alleen dan geaccepteerd indien de betaling van de factuur binnen 30 dagen is voldaan.
  • Aanvragen voor een afgeleide toelating en voor kleine wijzigingen van bestaande toelatingen kunnen onder Nederlands overgangsrecht tot 90 dagen vóór het besluit op de herregistratie van de moedertoelating worden aangevraagd.
  • Administratieve wijzigingen onder Nederlands overgangsrecht kunnen aangevraagd worden tot vlak voor het besluit op de herregistratie.