Aanvraag proefontheffingen

Indien u beschikt over een ontheffing voor het uitvoeren van een proef met een gewasbeschermingsmiddel, kunt u experimenten of proeven voor onderzoeks- of ontwikkelingsdoeleinden uitvoeren, waarbij een niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel in het milieu wordt gebracht of die gepaard gaan met het niet-toegelaten gebruik van een gewasbeschermingsmiddel.

De aanvraag dient ingediend te worden in de lidstaat waar het experiment of de proef zal worden uitgevoerd (artikel 54 van de verordening). Voor experimenten of proeven waarbij een genetisch gemodificeerd organisme in het milieu wordt gebracht, wordt geen ontheffing voor experimentele doeleinden verleend, tenzij een dergelijke introductie op grond van Richtlijn 2001/18/EG werd geaccepteerd.

Proefontheffing voor toepassing in en bij het water

Bij een proefontheffing voor toepassing in en bij het water moet er een watervergunning worden aangevraagd bij het waterschap waar de proef plaats vindt. Deze vergunning is nodig omdat artikel 6.2. lid 1 Waterwet bepaalt dat het verboden is zonder vergunning een schadelijke stof in een oppervlaktewaterlichaam te brengen. Daarnaast moet het monitoringsplan dat nodig is om de gevolgen van de toepassing op waterorganismen te monitoren, aan het waterschap ter beoordeling worden voorgelegd. Het is namelijk belangrijk om niet alleen de effecten op het te bestrijden organisme te monitoren maar ook op de andere waterorganismen die in het water leven.