Fate & behaviour

De benadering voor de risk envelope voor het aspect ‘Fate & behaviour’ staat in de Guidance (SANCO /11244/2011 rev. 5 d.d. 14 maart 2011) uitgewerkt in hoofdstuk 7.4.

Specifiek voor een NLKUG aanvraag moet in eerste instantie worden vastgesteld welk toetsingskader relevant is. Uitgangspunt is dat de versie van Evaluation Manual (EM) die gebruikt is voor de oorspronkelijke beoordeling, ook gebruikt wordt voor de beoordeling van de NLKUG aanvraag. Indien er geen adequate risicobeoordeling gedaan kan worden, kan besloten worden om een meer recente versie van een EM te gebruiken.

Let op: bij iedere beoordeling, ongeacht wat het toetsingskader is, worden de interceptiewaarden uit EFSA (2014) en de meest recente monitoringdata gebruikt. Daarnaast gebruiken we uit pragmatische overwegingen de meest recente model versies van de PEARL en GeoPEARL modellen en hanteren we de driftwaardes relevant voor de praktijk (dus zoals vastgelegd in het Activiteitenbesluit Milieubeheer).

Risk envelope parameters

Vervolgens worden de nieuw aangevraagde gebruiken vergeleken met de reeds toegelaten gebruiken op een aantal sleutelparameters. De guidance stelt dat er per deelaspect (bodem, grondwater en oppervlaktewater/sediment) verschillende sleutel parameters zijn, die vergeleken moeten worden. Daarbij zijn met name van belang:

  • Dosering
  • Frequentie
  • Interval
  • Toedieningsmethode

Per deelonderwerp zijn ook anderen specifieke parameters belangrijk:

  • Het gebruikte crop scenario voor de PEARL (en eventueel GeoPEARL) berekeningen voor het deelaspect ‘Uitspoeling naar grondwater’.
  • Het gebruikte crop scenario voor de GEM (substraatteelt) berekeningen voor het deelaspect ‘Emissie naar het oppervlaktewater en sediment’.
  • De mogelijkheid tot mitigerende maatregelen met betrekking tot de depositie in het oppervlaktewater (drift).

Beoordeling risk envelope

De nieuw aangevraagde veldgebruiken worden in principe vergeleken met reeds toegelaten veldgebruiken; de nieuw aangevraagde kasgebruiken worden in principe vergeleken met reeds toegelaten kasgebruiken.

Verder wordt er tijdens de risk envelope analyse gekeken naar de meest recente monitoring data grondwater (met behulp van de Grondwateratlas voor bestrijdingsmiddelen in Nederland), monitoring data oppervlaktewater (met behulp van de Atlas bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater) en het drinkwatercriterium (met behulp van de VEWIN-lijst probleemstoffen voor drinkwaterbereiding).

De uitkomst van de risk envelope toets is een conclusie betreffende de nieuw aangevraagde gebruiken van de aanvraag. Mogelijk vallen de nieuw aangevraagde gebruiken onder de risk envelope van de reeds toegelaten gebruiken; in een ander geval kan er voor één of meerdere compartimenten (bodem, grondwater, oppervlaktewater/sediment) een aanvullende risicobeoordeling uitgevoerd dienen te worden. De uitkomst van de risk envelope toets bevat ook een conclusie met betrekking tot de beschikbare monitoring data en het drinkwatercriterium.

Voor het uitvoeren van de risk envelope toets wordt een tabel gebruikt; zie hieronder bij Tabellen Risk Envelope.