Ctgb nieuwsbrief mei 2021

Transparant is doorzichtig

Transparantie betekent dat je de ander kan zien. Als je door een glazen ruit kijkt, zie jij degene aan de andere kant en diegene ziet jou. De zichtbaarheid is wederzijds. Het moet niet zo zijn als in een politieserie, dat je door een soort spiegel bekeken wordt waar je zelf niet doorheen kan kijken.

In samenleving en politiek, zowel nationaal als Europees, is de roep om transparantie steeds luider. Ook in ons veld is transparantie – en dan vooral in de vorm van openbaarmaking – inmiddels aan de orde van de dag, doorzichtigheid krijgt steeds meer gezicht. Met de Wet openbaarheid van bestuur, de nieuwe Wet open overheid en de Europese General Food Law zijn grote stappen gezet. Terwijl de aanvraag voor een werkzame stof nog in behandeling is, gaat EFSA de onderliggende studies in het aanvraagdossier al publiceren, zodat iedereen mee kan kijken. En ook wij maken veel openbaar via de Ctgb-website.

Die transparantie is een groot goed. Puur en alleen het feit dat de informatie in de aanvraagdossiers tot nu toe vertrouwelijk was, leidde tot wantrouwen in de samenleving. Wil een aanvrager informatie achterhouden? Wordt er wel kritisch en juist beoordeeld door de toelatingsautoriteiten? Dat iedereen al tijdens het beoordelingsproces kan meekijken, is in dat opzicht een enorme vooruitgang. Belangrijk is dan wel dat we met elkaar van gedachten wisselen op basis van een vergelijkbaar kennisniveau en vergelijkbare uitgangspunten. En er moet wat mij betreft wél een soort wederkerigheid in zitten. Want anders krijgen we de situatie van de spiegelruit in de verhoorkamer op het politiebureau. Als aanvragers en toelatingsautoriteiten informatie delen, maar een ander is niet bereid het achterste van zijn tong te laten zien en te vertellen wat hij ermee gaat doen, is er géén sprake van werkelijke transparantie en wederkerigheid. Als wij feiten openbaar maken, mogen wij verwachten dat de feiten blijven spreken, dat de ruit schoon blijft en niet vertroebelt tot matglas.

Kortom, van iedereen, of dat nu een aanvrager, toelatingsautoriteit, journalist, ngo, de politiek of een consument is, mogen wij transparantie verwachten over de bedoelingen. Feiten framen in een oneigenlijke context waardoor de betekenis verandert, hoort daar niet bij. Wij staan voor transparantie, maar verwachten die ook van de ander. Als iedereen transparant is, stimuleert dat het breed delen van informatie. Dan komen we samen verder in vertrouwen. Is dat niet eigenlijk het achterliggende doel?

Transparantie, het brengt onmiskenbaar uitdagingen met zich mee, ik praat er graag met u over door op onze Relatiedag!

Ingrid Becks
secretaris/directeur Ctgb

‘Transparantie’ centraal thema van Relatiedag 2021

‘Transparantie’, wie praat er niet over op dit moment? Wat zijn de wettelijke kaders vanuit bijvoorbeeld de Wet open overheid en de Europese General Food Law? Binnen het Ctgb moeten we er onze weg in vinden, maar de vraag is ook welke plek het in bijvoorbeeld product stewardship kan krijgen. We benaderen het onderwerp ‘transparantie’ vanuit verschillende invalshoeken op onze online Relatiedag, donderdagmiddag 10 juni, 13.30-17.30 uur. Inmiddels verzonden wij een uitnodiging met programma aan ons bekende relaties. Wilt u onze Relatiedag ook bijwonen, maar hebt u geen uitnodiging ontvangen, stuur dan een mail naar ctgb.

Beeld: ©Ctgb

Jaarverslag 2020

Ons jaarverslag over 2020 is gepubliceerd. Vanuit de samenleving is er steeds meer belangstelling voor het werk van het Ctgb, daarom presenteert het Ctgb voor het eerst zijn jaarverslag ook in een infographic. In 2020 nam het College 123 besluiten over aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en 71 voor biociden, hiervan werden respectievelijk 6 en 10 aanvragen volledig afgewezen. Ook worden bij een aanzienlijk deel van de toelatingen – in 2020 bij 50% van de gewasbeschermingsmiddelen en 62% van de biociden – voor het besluit nog voorschriften aangescherpt. Zodat consumenten en ook telers erop kunnen vertrouwen dat middelen die ze kopen en gebruiken – bij gebruik volgens voorschrift – veilig zijn.

Jaarverslag 2020

Beeld: ©Ctgb

Voortgang aanvragen gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Om aan de vraag naar beoordelingscapaciteit te kunnen voldoen, heeft het Ctgb de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de uitbreiding hiervan. Ondanks die groei is in 2021 de benodigde capaciteit onvoldoende om aan alle onderhanden aanvragen te werken en nieuwe aanvragen direct op te kunnen pakken.

Voortgang aanvragen gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Contact met de servicedesk in coronatijd

Sinds de corona-uitbraak krijgt de Ctgb-servicedesk veel vragen over vooral desinfectiemiddelen. Veel antwoorden zijn al te vinden op onze website, en als u niet kunt vinden wat u zoekt, zou u dat dan bij voorkeur willen mailen naar de servicedesk? In verband met de coronacrises is de telefonische bezetting minder dan normaal, terwijl we per e-mail wel volledig bereikbaar zijn

Verbod op middelen met onaanvaardbare formuleringshulpstoffen

Op 3 maart 2021 is Annex III, de lijst met onaanvaardbare formuleringshulpstoffen, als invulling van artikel 27 van de Gewasbeschermingsmiddelenverordening gepubliceerd. De bijbehorende verordening (EU) 2021/383 is op 24 maart 2021 ingegaan. Hierdoor mogen vanaf 24 maart 2023 geen gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen meer op de markt zijn met de op de lijst voorkomende stoffen als co-formulant. Het Ctgb is verplicht toelatingen/vergunningen hiervoor aan te passen of in te trekken. Hiervoor is een formuleringswijzigingsaanvraag nodig. Het Ctgb neemt contact op met de betreffende bedrijven, maar toelatinghouders zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Als het Ctgb géén contact opneemt, maar hun middel wél onaanvaardbare stoffen bevat, moeten ze tijdig een wijzigings- of intrekkingsaanvraag indienen.

Verbod op middelen met onaanvaardbare formuleringshulpstoffen

Gewijzigde Annex II en III datavereisten onder de BPR

De informatievereisten zoals vastgelegd in Annex II en III van de biocidenverordening (BPR) voor werkzame stoffen en biociden zijn aangepast. Aanvankelijk vanwege de nieuwe criteria voor hormoonontregeling, maar tegelijkertijd zijn andere verbeterpunten meegenomen. Dit heeft geleid tot de revisie van:

  • de datavereisten
  • onderliggende studie
  • het verplicht of facultatief zijn van een vereiste (respectievelijk CDS of ADS)
  • het al dan niet vervangen van dierproeven door celtesten

De wijzigingen worden per 15 april 2022 van kracht. Voor eerder aan te leveren data zijn aanvragers vrij om al aan de nieuwe vereisten te voldoen. Op EUR-LEX staat een overzicht van de wijzigingen.

Minst werkzame formulering biociden productfamilie

ECHA publiceerde op 13 januari 2021 over de vaststelling van de ‘worst-case’ formulering voor de werkzaamheidsbepaling van een biociden productfamilie (BPF). De werkzaamheid van een formulering wordt bepaald door de hoeveelheid werkzame stof, de aanwezige co-formulanten en de fysisch-chemische eigenschappen daarvan.

Het document is geldig vanaf de publicatiedatum en beschrijft een geharmoniseerde aanpak voor desinfectie productfamilies (PT1-5) en geeft aan hoe ‘bridging’ studies moeten worden opgezet om de keus voor de minst werkzame formulering te onderbouwen.

De minst werkzame formulering is gedefinieerd als de formulering met:

  • de laagste (in gebruik) concentratie werkzame stof,
  • de laagste (in gebruik) concentratie co-formulant met een positief effect op de werkzaamheid,
  • de hoogste (in gebruik) concentratie co-formulant met een negatief effect op de werkzaamheid,
  • de fysisch-chemische eigenschappen (bijvoorbeeld pH) die het ongunstigst zijn voor de werkzaamheid.

Nadat de minst werkzame formulering is bepaald, kan die worden gebruikt om de werkzaamheid van alle gebruiken in de Biociden Product Family te onderbouwen.

Op de ECHA website staat meer informatie over de ‘Harmonized approach to determine a worst-case (or a representative) test product to be taken into account for efficacy core assessment for a disinfectant BPF’.

Vrijstellingen desinfectiemiddelen

Vanaf 5 maart 2021 mogen alleen toegelaten middelen en middelen die expliciet genoemd staan in de vrijstellingen verhandeld en gebruikt worden voor hand- en oppervlakte desinfectie tegen het coronavirus.

Vrijstellingen desinfectiemiddelen