Ctgb besluit tot openbaar maken 85 neonicotinoïden-studies

Het Ctgb heeft besloten tot bijna volledige openbaarmaking van 85 studies met middelen op basis van de werkzame stof imidacloprid. Het Ctgb stelt dat deze informatie openbaar gemaakt moet worden, met uitzondering van persoonsgegevens en onder andere GLP- en analysecertificaten van laboratoria. Het besluit volgt op een lang lopende bezwaar- en beroepzaak uit 2012 van de Bijenstichting en de toelatinghouder Bayer CropScience. De Bijenstichting verzocht in deze zaak de studies volledig openbaar te maken, terwijl Bayer CropScience volledige geheimhouding bepleitte. Het Ctgb besloot al eerder tot gedeeltelijke openbaarmaking, maar mocht dit besluit door de gerechtelijke procedures niet uitvoeren.

Lang lopende procedure

De vraag om openbaarmaking van de studies met deze middelen was sinds 2013 in behandeling bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Centraal in de discussie stond de afweging tussen het algemene, publieke belang van toegang tot milieu-informatie versus het belang van de eigenaren van deze informatie, zoals die volgt uit het ‘Verdrag van Aarhus’. Het CBb vroeg in 2014 het Hof van Justitie van de Europese Unie om duiding van de regelgeving. Na de reactie van het Europees Hof bepaalde het CBb dat het Ctgb uiterlijk 31 maart 2019 een nieuwe beslissing op bezwaar moest nemen.

Openbaarheid goede ontwikkeling

Het Ctgb onderschrijft het maatschappelijk belang dat zo veel mogelijk informatie openbaar is. Ter bescherming van de data-eigenaar maakt de wet op deze openbaarheid een beperkt aantal uitzonderingen. In de procedure van de afgelopen jaren zijn die uitzonderingen verder verduidelijkt en dat is een goede zaak. Daarmee draagt een dergelijke procedure bij aan een zorgvuldige openbaarmaking in het algemeen belang.

Tegen een dergelijk besluit is nog wel beroep mogelijk. Daarom worden de studies niet direct, maar na vier weken daadwerkelijk openbaar.