Hoe werkt het toelatingsproces?

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden mag je niet zomaar verkopen in Nederland. Een bedrijf dat een gewasbeschermingsmiddel of biocide op de markt wil brengen, moet daarvoor een aanvraag indienen bij het Ctgb. Zo’n middel mag je namelijk alleen verkopen als het veilig is voor mens, dier en milieu. Om dat te bepalen voert het Ctgb een risicobeoordeling uit volgens Europese wetgeving en criteria. En alleen als daaruit blijkt dat het middel veilig te gebruiken is, wordt het toegelaten. Dan krijgt het bedrijf voor een aantal jaren een ‘toelating’, een soort vergunning.

Hoe gaat dat in zijn werk?

Voor de aanvraag van het gewasbeschermingsmiddel of biocide moet de producent bij het Ctgb een ‘dossier’ aanleveren met onderzoeken die aantonen dat de middelen veilig zijn voor boeren, loonwerkers of consumenten, en voor dieren, het milieu en het water. Die onderzoeken moeten voldoen aan Europese wet- en regelgeving en uitgevoerd zijn in laboratoria volgens Good Laboratory Practice (GLP) en internationaal geldende protocollen. Op hun werkwijze worden deze laboratoria gecontroleerd door de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

In de risicobeoordeling kijkt het Ctgb naar de gevaren van het middel en naar de ‘blootstelling’. Bestrijdingsmiddelen worden namelijk pas gevaarlijk als je ermee in contact komt. Het Ctgb maakt daarom gedetailleerde berekeningen voor de blootstelling van boeren, loonwerkers, consumenten, dieren, het milieu en het water, om te beoordelen of een middel veilig te gebruiken is. Daaruit kan ook blijken dat er veiligheidsmaatregelen nodig zijn bij gebruik. Bijvoorbeeld een voorschrift om met handschoenen te werken of dat je het maar één of twee keer per jaar mag gebruiken.

Is een middel met dit soort maatregelen niet veilig te gebruiken, dan laat het Ctgb een middel niet toe tot de markt. Het wijst ieder jaar ook een aantal middelen af. Alleen middelen die bij gebruik volgens voorschrift veilig zijn, worden toegelaten. En de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet er vervolgens op toe dat gebruikers zich aan die wettelijke gebruiksvoorschriften houden.

Kostbaar en langdurig

Voor bedrijven is zo’n ‘toelating’ een kostbare en langdurige procedure. Ze moeten de laboratoria betalen voor de onderzoeken en het Ctgb voor de risicobeoordeling. De procedure is te vergelijken met het halen van een rijbewijs. Je neemt rijlessen bij een rijschool en doet rijexamen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Je betaalt examengeld aan het CBR  maar dat is geen  garantie dat je slaagt.