Het beroep en de beroepsprocedure

Beroep

Als u het niet eens bent met een beslissing op bezwaar van het Ctgb of met een ambtshalve wijziging of intrekking van een toelating na een zienswijzeprocedure volgens Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, dan kunt u als belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Als de beslissing op bezwaar is genomen op grond van de Wet open overheid kunt u beroep aantekenen bij de daartoe bevoegde rechtbank. Is uw beroep ontvankelijk dan neemt de rechter het beroepschrift in behandeling. Het Ctgb zendt de stukken die betrekking hebben op de zaak toe aan het CBb of aan de rechtbank die de zaak verder behandelt. Vaak wordt er een zitting ingepland waar alle betrokken partijen worden gehoord. De zitting is openbaar.  

Het Ctgb vindt het belangrijk ook inzicht te geven in het oordeel van de rechter over de besluiten. Op de pagina Bezwaar en beroep staat een overzicht van uitspraken in beroep. 

Verzoek om een voorlopige voorziening 

Gedurende de beroepsprocedure geldt de bestreden beslissing. In de tussentijd kunnen voor u echter onherstelbare gevolgen ontstaan. Om die te voorkomen kunt u het CBb of de voorlopige voorzieningenrechter bij de rechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter kan bij onverwijlde spoed vanwege de betrokken belangen een voorlopige voorziening treffen, en daarbij het tijdstip bepalen waarop de voorlopige voorziening vervalt.