Afgeronde consultaties

Hieronder staan -  ter informatie - afgeronde consultaties.

Consultatie beleidsregel vergelijkende evaluatie gewasbeschermingsmiddelen oktober 2023

De consultatie over de 'Beleidsregel vergelijkende evaluatie gewasbeschermingsmiddelen' leverde circa 75 reacties van 5 respondenten op. Deze inbreng hielp om het voorgenomen besluit op bepaalde punten aan te passen en te verduidelijken. Op 22 november 2023 nam het college een definitief besluit over het beleid.

In  onze reactie gaan we zowel in op een aantal algemene onderwerpen waar verschillende opmerkingen over zijn gemaakt als op iedere individuele opmerking. Per 1 januari 2024 is de beleidsregel in werking. 

Consultatie maatregel tegen stapelen met gewasbeschermingsmiddelen; juli 2020

In de Collegevergadering van 27 mei 2020 is de notitie ‘Voorgenomen maatregel tegen stapelen met gewasbeschermingsmiddelen’ besproken. Het College stemde in met het voorstel om het voorgenomen beleid te publiceren voor een consultatie, vóór een definitief besluit te nemen over de te volgen werkwijze. De consultatie sloot op 1 juli 2020.

De consultatie leverde circa 150 reacties op van 17 respondenten. Alle reacties en hoe het Ctgb deze heeft verwerkt; vindt u onderaan de pagina in de bijlage.

De opbrengst van de consultatie heeft geholpen het voorgenomen beleid aan te passen of te verduidelijken. In de vergadering van 26 augustus 2020 besloot het College om de voorgenomen maatregelen te gaan uitvoeren, met inachtneming van de wijzigingen die volgden uit de consultatie. Het gevolg is dat het Ctgb ingrijpt in ongeveer veertig toelatingen van middelen op basis van vier werkzame stoffen, te weten abamectine, deltamethrin, esfenvaleraat en chlorantraniliprole. Deze stoffen laten al jaren achtereen relatief grote normoverschrijdingen in oppervlaktewater zien, waarbij de NVWA gestapeld gebruik ziet als reële oorzaak van die overschrijdingen. Bij deze middelen wordt de hoeveelheid werkzame stof (in kilo’s) per oppervlakte-eenheid en per tijdseenheid gemaximeerd tot de veilige bovengrens voor het milieu. Gestapeld gebruik met die stof is daarmee verboden, omdat dan het maximale gebruik van de actieve stof, uitgedrukt in kg AS/ha./jaar wordt overschreden.

Dit project is uitgevoerd in opdracht van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het Ctgb heeft het ministerie geïnformeerd over het hierboven beschreven beleid en verdere aanbevelingen gedaan voor een algemene, EU-brede oplossing. De minister heeft op 30 oktober 2020 de Tweede Kamer ingelicht over het Ctgb advies: zie Kamerstuk DGA-PAV / 20215007.

Herijking Wettelijk Gebruiksvoorschriftzinnen over Product Stewardship en Emissie Reductie Plan; 6 september 2019

In de Collegevergadering van 26 juni 2019 is de notitie ‘Herijking standpunt en werkwijze omtrent het vermelden van Product Stewardshipzinnen en Emissie Reductie Plan zinnen op het Wettelijk Gebruiksvoorschrift’ besproken. Het College besloot om het voorgenomen gewijzigde beleid voor een stakeholderconsultatie aan te bieden, alvorens een definitief besluit te nemen.

Het Ctgb ontvangt soms verzoeken van toelatinghouders om restrictiezinnen toe te voegen aan een Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) van een toegelaten gewasbeschermingsmiddel in het kader van Product Stewardship (PS). Daarnaast komt het voor dat een toelatinghouder een voorstel tot uitbreiding en/of wijziging van een WG doet ter uitvoering van een Emissiereductieplan (ERP). In 2017 heeft het Ctgb de huidige werkwijze vastgelegd over het opnemen van PS-zinnen en ERP-zinnen op het WG. Het Ctgb was van mening dat initiatieven van toelatinghouders om “verder” te gaan dan op grond van de risicobeoordeling noodzakelijk was om tot acceptabele risico’s te komen, waar mogelijk, moeten worden ondersteund.

Nu is de basale vraag gerezen of dit binnen de bevoegdheid van het Ctgb valt. Het Ctgb beoordeelt uitsluitend de risico’s van een gewasbeschermingsmiddel en welke restricties eventueel nodig zijn om tot een veilig gebruik te komen. Met andere woorden: gebruikers en toelatinghouders mogen ervan uitgaan dat de door het Ctgb voorgeschreven beperkingen nodig zijn ter bescherming van mens, dier of milieu en worden aangesproken op naleving hiervan. Het Ctgb loopt bovendien mogelijk (aansprakelijkheids)risico’s voor negatieve gevolgen van de beperking. Uit een WG moet afgeleid kunnen worden of een restrictie primair is gericht op het wegnemen van onacceptabele risico’s voor mens, dier en/of milieu, of dat de restrictie- of attenderingszin vanuit PS op het WG wordt vermeld. Dit alles overwegende is het voorstel geen PS-zinnen meer op te nemen in het WG.

Een Emissiereductieplan (ERP) wordt door een toelatinghouder opgesteld en vervolgens afgestemd met het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om een structurele overschrijding van de Kaderrichtlijn Water (KRW)-norm zoveel mogelijk teniet te doen. Een onderdeel van een ERP kan een wijziging van een WG inhouden. Het Ctgb onderkent het belang van de ministeries met deze gerichte aanpak te komen tot emissiereductie van een feitelijke, onderbouwde normoverschrijding. Het College is daarom van mening dat het wenselijk is dat het Ctgb de mogelijkheid biedt dat deze ERP-zinnen op het WG worden vermeld.

Het voorgenomen besluit lag tot en met 6 september 2019 ter consultatie.

Afgeronde consultaties in 2018

Concept bestuursreglement toelatingsprocedure; 9 augustus 2018

Belanghebbenden zijn in augustus 2018 uitnodigd om (binnen een termijn van 3 weken) een schriftelijke zienswijze in te dienen bij het team juristen op het concept bestuursreglement toelatingsprocedure. Na afloop van de procedure zijn de zienswijzen openbaar gemaakt.

Bestuursreglement toelatingsprocedure

Sinds de inwerkingtreding van het ‘Besluit bestuursreglement regeling gewasbescherming en biociden Ctgb 2007’ en het ‘Besluit bestuursreglement dossiereisen en aanvraagformulieren Ctgb 2008’, zijn de regels waaraan deze besluiten de nadere uitvoering geven, belangrijk gewijzigd. De richtlijnen zijn vervangen door rechtstreeks werkende verordeningen, nationale regels zijn daardoor veelal overbodig geworden en ingetrokken. Beide bestuursreglementen dienden aan deze nieuwe situatie te worden aangepast.

In de Verordening (EG) nr. 1107/2009 voor gewasbeschermingsmiddelen en met de Verordening (EU) nr. 528/2012 voor biociden is veel regelgeving vastgelegd, waardoor een groot deel van het oude Besluit bestuursreglement regeling gewasbescherming en biociden Ctgb 2007 overbodig is. Het vernieuwe ‘Bestuursreglement toelatingsprocedure gewasbeschermingsmiddelen en biociden Ctgb 2018’ geeft waar nodig een aanvulling op het toepasselijk recht voor de procedures met betrekking tot de toelating van een gewasbeschermingsmiddel of biocide tot de Nederlandse markt. Na goedkeuring door de minister tradt het Betruursreglement op de dag van publicatie (17 december 2018) in de Staatscourant in werking.

Notitie ‘Vergelijking uitkomsten Europese en Nederlandse beoordelingen met betrekking tot spuitdrift’, 18 oktober 2018

In de Collegevergadering van 25 april 2018 is de notitie ‘Vergelijking uitkomsten Europese en Nederlandse beoordelingen met betrekking tot spuitdrift’ besproken. Het College stemde in met het voorstel om het voorgenomen gewijzigde beleid voor een consultatie aan te bieden, alvorens een definitief besluit over de te volgen werkwijze te nemen. Deze consultatie sloot op 16 november 2018.

Bij zonale toelating met Nederland als cMS (betrokken lidstaat) en bij wederzijdse erkenning wordt voor spuitdrift naast een beoordeling volgens Europese methodiek ook een beoordeling volgens nationale methodiek uitgevoerd. Het Ctgb heeft de verschillen in uitkomst tussen de nationale en EU-methodiek voor spuitdrift geanalyseerd. Deze analyse is beschreven in de notitie ‘Vergelijking uitkomsten Europese en Nederlandse beoordelingen met betrekking tot spuitdrift’. Uitgangspunt hierbij was dat in principe, waar mogelijk, Europese harmonisatie in de wijze van beoordelen wordt nagestreefd, terwijl tegelijkertijd het huidige beschermingsniveau van de driftgerelelateerde beschermdoelen (niet-doelwitarthropoden, niet-doelwitplanten en waterorganismen) behouden wordt.

Melden van nieuwe informatie op grond van artikel 56 Verordening Gewasbeschermingsmiddelen en artikel  47 Biocideverordening

Deze werkwijze voor het melden van nieuwe informatie heeft het Ctgb in het najaar van 2018 ter consultatie voorgelegd; de consultatie sloot op 19 november 2018.

Nieuwe informatie over mogelijk schadelijke of onaanvaardbare effecten op mens, dier en milieu veroorzaakt door een toegelaten middel moeten onmiddellijk bij het Ctgb worden gemeld. Toelatinghouders hebben deze wettelijke verplichting voor een toegelaten gewasbeschermingsmiddelen op grond van artikel  56 van de Verordening 1107/2009 en voor een toegelaten biociden op grond van artikel 47 van de Biocideverordening 528/2012. Daarnaast moet de toelatinghouder van een gewasbeschermingsmiddel minder acute informatie aan het Ctgb melden met een jaarlijkse melding. Voor beide meldingen is een meldingsformulier opgesteld. Het formulier voor de jaarlijkse melding zal met de jaarlijkse vergoeding aan de toelatinghouder van een gewasbeschermingsmiddel worden opgestuurd. Dit zal voor het eerst in februari 2019 zijn.

Afgeronde consultaties in 2017

Consultatie Restrictiezin stapelen gewasbeschermingsmiddelen, 25 september 2017

In september 2017 lag het voorstel voor het vermelden van een restrictiezin ter voorkoming van de maximale toepassingsfrequentie (stapelen) in het wettelijk gebruiksvoorschrift (WG) ter consultatie. Het college besloot de reacties n.a.v. de consultatie mee te wegen in het besluit.

Consultatie Plan van aanpak 'Intrekking RUB', 10 september 2017

In september 2017 lag het voorgenomen traject voor het intrekken van 'RUB-middelen' ter consultatie. In oktober stemde het college in met het  plan van aanpak om de 'RUB-middelen' onder de Europese wetgeving te brengen. De reacties n.a.v. de consultatie zijn in het definitieve plan verwerkt.