Wet- en regelgeving

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden en werkzame stoffen moeten zijn beoordeeld op veiligheid voor mens, dier en milieu voor ze worden toegelaten tot de markt.

Wet- en regelgeving, nationaal en Europees

De beoordeling van werkzame stoffen en middelen gebeurt volgens de Europese Verordening Gewasbeschermingsmiddelen 1107/2009 en de Europese Biocideverordening 528/2012. Werkzame stoffen worden op Europees niveau beoordeeld, middelen met die stoffen op nationaal niveau.

Naast de verordeningen hebben de verschillende Europese lidstaten ook nationale regelgeving, toegesneden op de plaatselijke situatie. Dit worden ‘nationaal specifieke elementen’ genoemd. Een fabrikant kan een aanvraag indienen in het land waar hij het middel voor het eerst wil toepassen, de toelatingsautoriteit daar maakt dan een beoordeling voor de Europese zone waar het land deel van uitmaakt.

Werkzame stoffen, gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden beoordeeld op:

  • werkzaamheid,
  • samenstelling en eigenschappen,
  • effecten op de gezondheid van de mens en het milieu,
  • schade door afbraakproducten of resten van een middel.

Een werkzame stof wordt normaliter alleen goedgekeurd, als de stof niet mutageen of kankerverwekkend is of de voortplanting of hormoonhuishouding verstoort. Ook een werkzame stof die niet afbreekbaar is of zich ophoopt in het milieu, wordt niet goedgekeurd.